kleding op maat

laat jezelf zijn - zien.

Atelier Annelies Bruneel ontwerpt en maakt Belgische mode met de hand.  Laat kledij maken voor de mooiste dag van je leven, of gewoon voor elke dag. Haute couture past ook in jouw kledingkast. 

Als ik twijfel, niet doen.

“Liefde is, net als vriendschap, iemand echt kennen en daarvan houden,” zei hij. Ja, dat is een mooie definitie. Later voelde ik dat er iets miste. Of dat ik daar een iets andere insteek in heb of dat daarin iets te exploreren is. Ik hou natuurlijk van de definitie van Brené Brown van liefde en verbinding. Om de één of andere reden is haar werk iets waar ik geregeld op terugval, als ik nood heb aan ondersteuning. Ik denk dat het de combinatie van bezield onderzoek en eerlijkheid in haar werk is, dat resoneert met mij. 


Er ontbreekt iets aan de definitie die hij deelde. In de meeste mensen probeer ik hun menselijkheid te zien en zo ook te laten zijn. Volgens deze insteek over liefde, zou dit dan al liefde zijn. Maar uit ervaring kan ik je vertellen dat het niet automatisch zo is dat de ander mij menselijk behandelt, omdat ik dat doe. Deze wederkerigheid vind ik wél een deel van liefde. Ik kom zo vaak als mogelijk, vanuit een plaats van liefde naar de ander toe. Het verhaal dat ik mezelf vertel, is dat ik dan soms net de menselijke kant van de ander te zien krijg. Wat ik in alle geval prefereer boven een masker. 


Maar soms is dit ruw. Ruw is de andere kant van puur, maar soms zó ruw dat ik niet anders kan dan afstand nemen. Om mezelf te beschermen, omdat ik het wenkbrauwen fronsend vindt, omdat het pijn doet, omdat dit niet in lijn is met mijn waarden. Ok, er staat in de definitie dat je de ruwe kant van iemand echt kent en dat je er dan nog van houdt. Wat in mijn bedenking hier, het houden van, niet het geval is. 


Om tot dat punt te komen, ‘hier houd ik niet van’, moet je eerst de ander ontmoeten. Een fase doorgaan van elkaar echt leren kennen. Iets waar ik vaak over twijfel is: hoe wil ik me gedragen tov iemand die zich laat zien terwijl ik voel dat ik daar niet van kan houden. Soms is dat maar een opmerking, dat mij zo’n gevoel geeft. Soms is het een onuitgesproken of passieve sfeer. Kortom, ik kan lange tijd in die fase blijven twijfelen. 


Er is nooit een moment, waarop je echt iemand kent. Als je naar jezelf kijkt: hoeveel exploreer je door de jaren heen? Die openheid naar jezelf, of de ander, is deel van mijn beleving van liefde. Dit maakt dat het meer een oneindige fase van ‘elkaar leren kennen’ is en dat die twijfel daarbij hoort. 


Toch voelt het niet zo in de liefde en vriendschappen die ik ervaar. Het is niet dat ik elk moment twijfel over de mensen waar ik diep van hou. De twijfel duikt op, merk ik nu, op het moment dat er iets is wat me niet dient, zoals ik hierboven omschrijf. Want als er in de relatie zaken gebeuren, die me dienen, voel ik me vooral dankbaar. Voor een fijne opmerking, voor humor, voor hulp, voor het luisteren, voor een inzicht, voor de aanwezigheid. 


Ik vermoed dat mijn dichte cirkel mensen zijn waar ik meer dankbaarheid bij voel dan twijfel en als er twijfel is dat ik deze kan delen, waar ik dan dankbaar voor ben. Daarnaast is er ook de oprechte nieuwsgierigheid en interesse. Ik wil wel echt weten hoe het met ze gaat en wie ze zijn. Bij mensen waar ik over twijfel, ga ik daar op het moment van het gesprek soms een beetje verder op door. Maar meestal is dat een straatje zonder positief einde. Iets wat mijn wenkbrauwen deed fronsen, doet het nu enkel meer. Iets waar ik mezelf voor moet beschermen, als ik dat niet onmiddellijk doe, voel ik het nog sterker. En zo geldt dat ook voor pijn. Vaak blijkt iets wat ruikt naar niet in lijn zijn met mijn waarden, het ook niet zo te zijn. 


Zou die twijfel, op zich, dan een signaal zijn dat ik niet in de context van liefde ben? Niet omdat ik van een plaats van liefde kom, als ik daar ben. De twijfel maakte dat ik mij door de jaren heen verfijnde, in het komen van een plaats van liefde en het zo mogelijk maken dat ik de ander zich laat zien. Maar Ik heb geen enkele impact, door deze twijfel of wat dan ook, op hoe de ander dit ervaart. Ik ben wel verantwoordelijk voor hoe ik de ander zijn leven aanraak, wat ik benoem als van een plaats van liefde komen.


En dit geldt ook voor kleding en producten. Omdat ik van een plaats van liefde hen probeer te integreren, betekent niet direct dat deze effectief van meerwaarde gaan zijn op mijn leven. Ik heb geen impact op hoe het product, of het kledingstuk, van me gaat houden. De reden dat ik twijfel aan mensen, zoals hierboven omschreven, is omdat zij me niet echt leren kennen en daarvan houden. Een kledingstuk is anders dan een mens. Het heeft zo een paar andere eigenschappen ;) Maar de kern van het-houden-van, de ander écht zien en daarom houden van, is hetzelfde. 


Dus ik herhaal wat ik al eerder schreef: als ik twijfel, niet doen. Liefde zal zich tonen, daar hoef ik niet aan te twijfelen.


Suitably yours,



Agree to disagree.

Kritiek krijgen is voor mij een gevoelig ding. Een paar dagen geleden kreeg ik een opmerking, die op me bleef plakken. Ik neem je even mee in mijn gedachtegangen, want ik heb iets toegepast wat mijn ogen opende. 


De opmerking was dat ik niet voldoende communiceerde. Ik ben verantwoordelijk voor het grote geheel van het project en de persoon die dit zei werkt aan een deel van het project mee. In het moment had ik door dat hij iets nodig had, wat hij ‘meer communicatie’ noemde. Dus ik zei, wat voor mij het beste werkt zijn concrete vragen. Vraag mij concreet waar je nood aan hebt, of welke info je nodig hebt, om verder te kunnen werken en dan kan ik daarop antwoorden. Al is het antwoord ‘dat weet ik nog niet.’


Daarna had ik een fijn gevoel, omdat ik van mezelf vind dat ik voldoende communiceerde. En ik kan begrijpen dat die persoon meer, of een andere vorm van, communicatie nodig heeft, maar daar ligt de bal in zijn kamp. Zoals wel vaker het geval is, merk in de dagen hierna dat het mij blijft bezighouden. Het popt op in mijn gedachten, terwijl ik andere dingen aan het doen ben. Het blijft geregeld terugkomen gedurende een paar dagen. 


Omdat dit een gevoelig punt is voor me, gaf ik mezelf comfort en warmte. Ja, dit is een gevoelig ding voor je. Je bent veilig, you agree to disagree. Iedereen is anders en dat is wat je belangrijk vindt en soms geeft je dat een lastig gevoel. Dat is een bijeffect van kiezen voor authenticiteit. Vervolgens ging de magnetische aantrekkingskracht richting die opmerking liggen. 


Maar toch bleef het terugkomen. Ok, dacht ik, dan draai ik het om. Je wilt me iets vertellen, maar omdat het een gevoelig punt voor mij is, ga ik wel het gesprek leiden. Ik gebruikte ‘the work’ van Byron Katie. Dat zijn vier vragen om los te komen van zaken die je gelooft. De eerste vraag: is het waar? Ik voelde onmiddellijk een harde nee, want ik communiceer wat ik wil en moet gecommuniceerd hebben. 


Het gevoel wat het me gaf zal ik met je delen. Ik zag helder een afstand tussen mijn waarheid en die van de persoon. Beiden zijn waar, de ander vindt dat ik niet genoeg communiceer en ik vind dat ik dit wel deed. Deze kunnen gewoon naast elkaar bestaan. Dit is wat zich hier voordoet. Dit gaf rust en duidelijkheid. Ik respecteer mijn eigen waarheid, ik voelde me in mijn kracht staan.  


Ik kon hierdoor ook het contrast zien met hoe ik vroeger omging met kritische opmerkingen. Stel dat ik in het verleden dezelfde opmerking had gekregen, wat zeker is voorgevallen, dan ervaarde ik dat anders. Het is alsof er aan de zin die gecommuniceerd was, de niet-genoeg-sticker plakte. Het was alsof dat sowieso waar was en er dus geen ruimte was voor mijn waarheid. Hierdoor kon ik er ook geen gehoor en waarde aan geven. Aan de opmerking van de ander plakte mijn eigen waardeoordeel. Door mezelf de vraag te stellen of dat oordeel waar is, komt er afstand. 



In die afstand ontstaat ruimte om mijn denken te bekijken. Door die ruimte kon ik ook terugvallen op de waarden, die me inspireren om te communiceren zoals ik dat wil. Ik ontdekte ruimte voor groei en andere mogelijkheden. Anderzijds ontdekte ik ook een grens. Wanneer de ander de verschillende waarheden niet kan laten zijn, kan er geen gesprek zijn. Dan wordt het een welles-nietes-gevecht. Waar ik de waarde niet van inzie en laat staan de energie voor heb. Dus ik voelde duidelijk dat ik energie en tijd geef aan gesprekken, niet aan gevechten. 


Dit vertel ik je, omdat er een directe lijn is tussen mijn ervaring en wat ik merk wat gebeurt tijdens het shoppen. Al meer dan 16 jaar heb ik het privilege om te leren van, en met, mensen samen in de paskamer. Ik zie nu het magnetische effect van niet-goed-genoeg en jezelf niet zien, door het aannemen van zijn waarheid als de jouwe. Je zou de gepresenteerde kleding kunnen zien als de kritiek, dat ik niet voldoende communiceer. Je draagt bepaalde vormen, kleuren en materialen niet wanneer deze een trend zijn. Je zou dit kunnen zien als een waarheid. De vraag die ik je wil laten stellen is: het gevoel dat je hebt tijdens het shoppen, is dat waar? Is het waar dat ik daar niet mee sta? Is het waar dat dit jou niet past? 


Ik zou je ook willen laten kennismaken met de andere vragen van Byron Katie. Kan je weten dat het waar is? Hoe voel, gedraag en denk je als je gelooft dat het waar is? Wie ben je als je dit niet gelooft? 


Voor mij helpt het om in dergelijke momenten terug te vallen op mijn waarden. Agree to disagree is een gevolg van kiezen voor authenticiteit. Mijn eigen waarheid en zo ook waarde laten zien en laten zijn, heeft als gevolg dat anderen anders zijn en dus hun waarheid en waarde hebben. 


suitably yours,

Annelies



Ik ben er altijd.

Ik zocht al die tijd naar iets wat gewoon in mij zit 

omdat ik mezelf had wijsgemaakt dat het zich buiten mij bevond

En dat is ok.

Ik zou mezelf nu op mijn kap kunnen zitten voor iets wat ik toen niet begreep

Ik deed waarvan ik dacht dat het het pad naar mezelf was

Als ik daarnaar terugkijk is het een pad dat me van mezelf afbracht

Het moest zo zijn dat ik daar iets te leren had


Misschien wel dat een relatie met jezelf begint bij jezelf


Ik geloofde dat ik hard moest werken en vechten 

Om te verdienen wat buiten me was

Ik gebruikte mijn creativiteit elke keer opnieuw 

Tot het vinden van wat, zoals ik nu weet, altijd al in me zat


Ongelooflijk toch dat ik daar zo hard naar op zoek was buiten mezelf


Maar ik weet nu wat ik weet

Ik ben de schrijver van mijn verhalen


Het zijn niet mijn verhalen waar ik een rol in speel

Nee ik schrijf ze, maak de rollen 

en zie hoe die zich ontrollen

En hoe de verhalen, over mij, rollen


Het verhaal dat ik buiten mezelf op zoek moest gaan, naar mijn pad

Maakte dat ik dat deed

Maar op een dag ging ik het verhaal in twijfel trekken


Het voelde zo stevig en vaststaand 

Waardoor het waar leek te zijn, dat verhaal

En daarom trok ik het niet in twijfel

Maar na talloze pogingen om dat pad te vinden, buiten mezelf


Was ik zo moe, dat ik niet anders kon dan aan die vermoeidheid aandacht te geven

En daar haalde ik kracht uit

Om terug in het oude verhaal van buitenaf te gaan zoeken

Dit herhaalde zich zo vaak dat ik daar moe van werd. 


Ik zag dat ik dit deed 

Proberen tot ik moe werd 

En dan rusten om weer aan de slag te gaan

Maar ik voelde dat ik dit niet meer wou


Ik had geen idee hoe ik dat moest veranderen

Dus ik koos ervoor om het niet meer te doen

En iets anders te zoeken als ik de neiging had om het toch te doen

Het leek als afleiding 


Dus ik zocht een afleiding

Iets om te doen

Dan kan ik evengoed kiezen om iets te doen wat ik leuk vind

Dat me een voldaan gevoel geeft

En omdat het me dit gevoel gaf


Heb ik de neiging om er weer een pad van te maken

Ik legde het weer buiten mezelf

Soms herkende ik dat gedrag

Soms herkende ik de vermoeidheid

Soms herkende ik het niet 

En was het een ander die me erop wees

En soms herkende ik het dan

Soms niet


Maar dit maakt allemaal deel van mij uit

Deel van het pad in mij

Pad vind ik een raar woord

Het lijkt alsof ik het kan bewandelen


Het is eerder een verbinding met mezelf

Of een in-mezelf-zitten

Als ik bevoordeeld in gesprek ben met een ander

Bij mezelf zijn 

Als dingen niet bewegen in de richting waarin ik zou willen dat het naar toe zou moeten bewegen


Ik was er al die tijd

Ik ben er nu

En soms glij ik even weg naar het pad

Maar daar ben ik ook

ik ben er altijd


Suitably yours,

Annelies



Fanfare

Er is een kledingvraag waar ik al vaak over nadacht, omdat ik ‘m regelmatig krijg. Daarom wil ik deze vraag hier even tackelen. Dat ‘even tackelen’ is net de reden waarom ik er over wil schrijven, omdat het net niet zo eenvoudig op te lossen is als het zou lijken. De vraag is: waarom is er geen kleding voor vrouwen met een buikje? Veel vrouwen, soms nadat ze kinderen kregen, hebben een buikje. Net onder de navel een volume dat niet plat is. 


Een aantal technische antwoorden eerst. Het is normaal om daar wat volume te hebben. Als je probleem of lastigheid ligt in het feit dat je het hebt, dan gaat geen enkel kledingstuk dat wegnemen. Dan zou ik eerder een pad op lichaamsniveau gaan bewandelen. De reden dat kleding onder andere daar niet past, is omdat we een dominant kledingmatensysteem gebruiken, wat daar geen rekening mee houdt. Ik schreef je al eerder dat kledingmaten breedtes en lengtes verbindt die geen enkele logica hebben. Ze zijn gemaakt voor de gemiddelde mens en die zou één borst hebben ;)


Ik wil je hier geen verhaal vertellen, waarin enkel mijn antwoord - kleding op maat - de oplossing is. Ik wil je de gedachtenruimte aanreiken om jouw antwoord te laten ontstaan. Dit is een pad, maar niet het wandelpad wat vooraf plat gewandeld is, waardoor duidelijk te zien is welke kant je op moet. Heb je trouwens ooit al eens een langere wandeling gemaakt? Daar staat een eenvoudig bordje aan het begin en einde. Er is geen fanfare of podium als je aankomt, wat je na dagen stappen soms zou willen. En dan is het belangrijk om dit gevoel in jezelf te erkennen en iets te doen wat voor jou voelt als dat podium. 


Als ik bij mezelf op zoek ga naar een deel van mijn lichaam, wat ik minder graag verkeerd in de verf wil zetten, dan is dat mijn boezem. Als ik confectiekleding pas, is daar altijd het probleem of het compromis te maken. Ik ben blij met het lichaam dat ik heb, maar zoals ik schreef wil ik bepaalde delen niet verkeerd in de verf zetten. Daarvoor heb ik wel tal van kleding gemaakt die verkeerd zat, me niet blij maakte met wat ik in de spiegel zag en me soms boos maakte op mijn lichaam. Het pad dat ik wandelde was een zoektocht naar vorm, kleur en materiaal, waarvan ik vind dat het me laat zien en  laat zijn. Ik kies ervoor om daar geen compromis te maken. 


Omdat ik weet dat wanneer ik mezelf verkeerd in de verf zet, ik me niet goed voel. Op momenten dat ik me onzeker of minder voel, gaat die kleding me dan nog meer naar beneden halen. Het is niet zo dat op een minder moment kleding je er bovenop kan halen. Het is en blijft gewoon een stuk stof, maar op een dergelijk lastig moment wil ik geen zaken rondom me die de spiraal naar beneden bevestigen. Wat ik laatst wel opmerkte is het effect van mezelf de spiegel zien passeren. Doordat ik een Annelies zag die ik ken, waar ik fier op ben, haalde me dat uit de spiraal naar beneden. 


Ik zou mijn volledige carrière kunnen wijden aan het uit de doeken doen van hoe het kledingsysteem ronduit ontmenselijking is. Daarmee breng ik eigenlijk geen oplossing. Ook al geloof ik in het investeren van onderzoek, tijd en energie naar wat is hier nu juist het probleem. En dat is iets wat ik vaak doe. Soms wordt dat op zich een spiraal naar beneden. 


Zo vaak heb ik al op het punt gestaan om zelf een bikini of een bh te maken. Omdat ik de modellen die ik mooi vind, niet in mijn maat kan aankopen. Al jaren eindigde dit in die spiraal naar beneden met als eindpunt: ik ben het niet waardig om kleding voor te maken. Wat dus geheel het tegenovergestelde is van wat ik doe en geloof. Wat dan opzich weer een nieuwe spiraal op gang brengt van: ik ben niet waar ik voor sta. En met als eindpunt: ik ben niet goed genoeg om er in deze wereld bij te horen. 


Als ik dit nu lees vraag ik me met verwondering af hoe ik vanonder die eenzame plaats in de woestijn van ‘er is iets mis met me, waardoor ik niet in de wereld pas’, kwam. Eerlijk, soms zit ik nog wel eens op die trein. Het is door deze beelden te herkennen, dat ik zie waar ik zit. 


Het beeld van de trein als je op een niet dienende cadans van gedachten, gedrag en emoties beweegt. Ik twijfelde even om emoties erbij te zetten, want die zijn toch altijd waar. Maar als je op de trein naar beneden zit, dan is er een samenwerking tussen emoties, gedrag en gedachten. Soms zit ik zo hard in die cadans dat ik onbewust gedachten oproep die me naar beneden halen. Wat voor mij een herkenbaar beeld is, is de cadans van de trein. Toek - Toek - Toek, zo haal ik mezelf naar beneden. 


Het beeld van de eenzame boom in de woestijn. Als ik merk dat ik dat zie… Het duurt soms even, voordat je kan zien dat je een beeld aan het maken bent. Wanneer ik het opmerk, dan weet ik: ik heb verbinding nodig. Ik moet nu iets gaan doen wat me verbindt met mij. En dat doe ik door met anderen te verbinden, die mij zien als mij, door mij te inspireren, door me te voeden met mensen die de neus in dezelfde richting hebben. 


Het beeld van jezelf in de verf zetten of daar een compromis in maken. Je gedachten kennen allerlei verhaaltjes over waarom jij niet in de verf zou moeten staan. Jezelf in de verf zetten is jezelf laten zien en laten zijn. Is aanvaarden wie je bent. Daar fier op zijn en dit met de wereld delen, omdat dit in lijn ligt met je waarden. Niemand heeft als waarde ‘zichzelf verbergen.’


Het beeld van ontmenselijking klinkt luguber en eng, wat het ook is. De mens eruit halen. 


Het beeld van het pad naar kleding, die jou laat zien en laat zijn. 


Het beeld van een gedachtenruimte. Alsof gedachten in een ruimte hun ding zitten te doen, maar we hebben nog een lichaam erbuiten. Het is in die gedachtenruimte dat het leidingsysteem bestaat en functioneert, zoals ik al schreef over het lichaam wat erbuiten is. En vrouwen een platte buik hebben. Als je daarop let is er niemand die dit heeft, ook de mannen niet. Dus kan jij het beeld zien van wat de anderen, en de maatschappij, van een man of een vrouw hebben. Ik zie daar het beeld van een sticker die anderen op je plakken en het beeld van de gemiddelde mens. Een grappig beeld blijft beter plakken.


Het beeld dat jij in de spiegel ziet. Kan je dat zien zonder de sticker of waar de sticker soms toch plakt. Kan je zien en horen dat er allerlei zaken in de gedachtenkamer ontstaan? Kan je dat laten zijn? Geef jezelf het beeld van de fanfare en het podium, omdat je een einde van een pad bereikt hebt. Wat als jij je eigen fanfare bent?


Suitably yours,

Annelies



De trieste regenjas.

Soms heb ik je ineens aan

Zonder het op te merken kwam je rondom me

Na een tijd, soms pas dagen, merk ik op dat je me komt bezoeken


Je bent zwaar en duwt me naar beneden

Niet dat ik plat op de grond lig en niet meer kan functioneren

Maar alles voelt zwaarder en vraagt meer van me 

Het opheffen van mijn arm, daar heb ik extra energie voor nodig

Omdat de mouw van de jas op me weegt

De stof is zwaar alsof ze van steen gemaakt is


Soms merk ik je bezoek op door de sluimerende triestheid

Alsof het ineens de hele tijd zachtjes aan het regen is

Van die regen die je nauwelijks merkt als je in het bos of in de open natuur wandelt

Ze maakt je niet echt nat

Maar heel geleidelijk aan gaat de glimlach van mijn gezicht

Heel subtiel voelt het alsof de fonkeling uit mijn ogen verdwijnt

Heel traag voel ik me en mijn hart kouder


Het beeld dat ik van mezelf heb begint enkel in mijn hoofd te bestaan

Ik weet niet meer hoe ik eruitzie

Ik herinner mijn spiegelbeeld niet meer

Het is alsof deze beelden niet meer bestaan

En als ik echt geheel in de jas zit

Heb ik de indruk dat deze ontmoetingen met mezelf in de spiegel 

Nooit hebben bestaan


Je bent subtiel maar wel dominant 

Je neemt niet bewust of duidelijk de boventoon 

Ik doe nog steeds de dingen die ik zou gaan doen of die ik wou doen

Maar je geeft ze een andere kleur

Of je neemt er eerder de kleur uit

Heel geleidelijk aan ben ik ineens in een zwart-wit film

Die eigenlijk de waarheid, grijs, laat zien


De vraag waarom ik doe wat ik doe

Is ineens heel belangrijk geworden

De diepere passie en motivatie lijkt er ineens niet meer te zijn

Ik merk dat ik het niet meer boeiend vind

waar ik ergens nog herinner dat ik dat wel vond

Het plezier van aandacht in het moment is weg


Anderen zijn ver en anders

Ze handelen zwart als ik wit doe 

Of andersom


Ik hoor me dingen denken 

Die ik niet wil denken

Maar het duurt lang voordat ik dit kan horen

En uit een vorm van respect luister ik naar wat ik niet wil denken

Ik wil wel naar je luisteren

Maar ik wil niet de gehele tijd horen


Dat ik alleen ben

Dat ik niet goed genoeg ben

Dat ik geen liefde waardig ben

Dat niemand me begrijpt

Je vertelt me dit zo vindingrijk

Elk element wat zich laat zien in mijn dagelijks leven

Zie je als een bewijs van deze stellingen

Ook al gaf ik aan dat dit me niet past

En waar ik van weet dat ik er niet achter sta


Ik ben dankbaar voor je herhaling 

Het is impressionant dat je in alles je zelfde punt ziet

Ik ben je dankbaar voor je bezorgdheid

Maar ik denk niet dat het bezorgdheid is

maar jouw angst en trieste gevoel


Je komt subtiel over mijn schouders hangen

Als een regenjas die bij elke outfit past

Maar eigenlijk leg je jouw angst en tristesse in mijn schoot.


Maar we hebben nooit een relatie opgebouwd

Ik ken jou enkel van mijn nieuwsgierigheid 

Naar jouw effect op mij

Maar ik weet niet wie jij bent

Waar jij van droomt

Of waar jij naar verlangt

Ik heb wel een vermoeden

Maar ik zou daar graag eerst willen over praten

Als gelijken


Maar door geleidelijk aan

Zonder aankondiging over mijn schouders te komen hangen

Maken we geen relatie

Waarin ik de antwoorden op mijn curiositeit naar jou te weten kom

Zelfs als wanneer je op me hangt

Of eerder leunt

Gebruik je mijn nieuwsgierigheid 

Als ingang om jouw triestheid bij me te leggen 

Maar jij bent de trieste regenjas


Je bent te groot voor me 

Of koos je deze maat omdat ik je dan altijd zou kunnen dragen

Soms hang je groot in de wind flapperend rondom me

Soms ben je met een band in mijn taille gesloten

Strak als een korset

Je kleur is nietszeggend of onopvallend

Omdat jij denkt dat je dan bij alles past


Suitably yours,

Annelies



Ik, Hier en Nu.

Steven Hayes hoorde ik net vertellen wat bewustzijn is. Hij vertelde ook hoe dit proces eruit ziet, wat bewustzijn laat ontstaan. Dit is zo waardevol en versterkt nog meer mijn denken. Normaal gezien post ik dat dan op sociale media. Ja, dat is hoe ik die communicatiemiddelen gebruik. Ik weet dat het in de kledingwereld belangrijk is om geregeld iets online te zetten. 


Het is zelfs zo, dat ik ervan uitga dat je niet met het project bezig bent als je niets post. Ik zeg niet dat je altijd alles moet posten. Voor een project ben ik nu makers en kunstenaars aan het verzamelen en als ik merk dat de website en de sociale media al maanden niet meer aangeraakt zijn, dan zet ik mijn hoop niet te hoog in. Om even verder te gaan met mijn sociale media strategie: als ik iets inspirerend, iets ogen-openend tegenkom, dan is dit een aanzet om een communicatieve oproep te maken op sociale media. 


Zoals ik schrijf in mijn communicatie van laatst: ‘Ideeën, visies en concepten inspireren me. Maar vaak vind ik ze nogal ideematig en conceptueel. Via mijn verbeelding laat ik die concreet en toepasbaar worden. Zo leer ik.’ Ik denk dat het me net inspireert, omdat het resoneert met iets in me. Door de oefening doe ik iets met die energie en breng ik het naar buiten. Ik kies ervoor om dit via mijn eigen ervaring, verbeelding, te uiten. Daar kies ik dan een foto bij. 


Die foto’s maak ik van momenten met kleding, die ik wil laten zien en laten zijn. Vaak is dat moment, waarop ik bewust met kleding bezig ben, het maakproces. Dat is een kleding moment wat ik wil vast leggen. 


Het inzicht van Steven Hayes over bewustzijn is dus sterker dan andere inspiraties. Dat ik dacht: open je laptop en schrijf een kleermakerszit. Bewust zijn is Ik, Hier, Nu. Dit ligt in lijn met wat ik eerder schreef als aanwezig zijn bij dit, hier en nu. Dit leer je, onderzocht hij, door jij, daar en dan. Ik maakte tijdens zijn uiteenzetting een tekening van een breuk zoals ½. Ik, Hier en Nu staan bovenaan en Jij, Daar en Dan staan onderaan. 


Nu hoor ik alweer mijn analytische deel: waar staat die breuk voor, wat is de betekenis? Geen idee, dit is hoe ik de notities nam en het voelt juist. En bedankt voor je bijdrage, analytisch deel van me. 


Uit het onderzoek van Hayes blijkt dat wij die concepten leren door interactie en verbinding en zo ontstaat communicatie. En dat dit geen evidente dingen zijn om een kind aan te leren. Hier voor mij, is daar voor jou en andersom. Nu is nu al weer voorbij. En ik dat vraag om een jij. 


Als ik nu terug lees hoe ik bewustzijn omschreef: Dit, hier en nu. Hayes omschreef het als Ik, hier en nu. Dan is er een in de reeks die niet gelijk is. Dit en ik. 


Wauw! Dit is een spiegel. Dat mijn ik-deel onderdeel is van dit en niet gescheiden is door een breuklijn met jij. Ik schreef je al eerder dat ik uit een context kom, waar die breuklijn niet bestond. En als je die aangaf, dan werd dat hard veroordeeld. Dit is even het deel van mezelf wat nood heeft aan het zoeken naar de oorsprong. Dank je voor je bijdrage. 


Ik lees ook dat ik schrijf: ik dacht open je laptop. Ik weet dat dit grammaticaal niet correct is. Het is je en jou of ik en mijn. Wauw, dat dit in mijn schrijven zo eerlijk opduikt, terwijl ik net over dit onderwerp schrijf. Geweldig toch hoe ons zijn werkt? Eigenlijk kan ik enkel over mijn zijn praten. Ik ben dankbaar en vereerd deel te mogen zijn van dit zijn. 


De woorden dit, hier en nu gebruik ik dagelijks of bijna elk uur. Als ik aan iets begin: wat is dit, hier en nu? Voordat ik aan deze kleermakerszit begon is mijn verbinding met mezelf: is dit voor hier en nu? Heb ik hier genoeg verbinding mee? Is dit nu het moment? Heb ik nu al voldoende om dit te verbeelden? Wat is dit? Wat wil ik delen met dit? Waarom? Waarom nu? Waarom hier in deze vorm? Als ik deze vragen nu nalees, merk ik dat ik die stel om met mijn ik te verbinden. 


Ik ga testen wat het geeft als ik dit in Ik verander of de opening namaak.


Suitably yours,

Annelies



Vragen voor vragen

Ja, ik hoor je vraag en ik wil je nog wat meer vragen stellen, voordat ik er over na kan denken of ik deze ga beantwoorden. 


Het onaangename gevoel van het kledingstuk, had je dat ook tijdens het bestellen? - Ja.

Heb je dat dan gedeeld? - Ja.

Wat was de reactie? - Het werd een beetje weg gewuifd. 


Hum, ok. Ik ben aan het nadenken over de volgende vraag. Waarom heb je dit kledingstuk dan besteld, als het eigenlijk niet heel aangenaam zat? - Omdat het op maat gemaakt ging worden.


Is er je verteld hoe dit merk werkt? - Nee.


Ik neem dan aan dat je niet weet of het patroon dat je paste werd aangepast of dat er een nieuw patroon met jouw maten gemaakt werd of een andere werkwijze. Ik weet dat dit vrij technisch is, en wellicht buiten je kennisveld, en zo ook buiten je interesseveld. Toch ga ik de vraag stellen: heb je gevraagd hoe ze te werk gaan? - Niet echt; eerder hoe het voor mij zou verlopen. 


Ok, geen probleem. Er zijn trouwens geen goede of foute antwoorden. Ik geloof niet in die opdeling van de wereld. Maar we zitten nu met een kledingstuk wat jou een onaangenaam gevoel geeft op de rug en wat tegen trekt als je in de auto rijdt. Ik weet nog steeds niet of ik je vraag kan beantwoorden. 


Ik wil je wel even uitleggen waarom het me niet verwonderd dat het kledingstuk net daar onaangenaam zit. Op het moment dat je jouw handen op het stuur legt, gebruik je de maximale capaciteit van twee technische punten van de jas. Door je armen naar voor te brengen ga je op de limiet van het armsgat druk uitoefenen. Je moet eens kijken als je een top zonder mouwen draagt en plaats dan je hand waar je armsgat zit. Vervolgens strek je de arm en dan zal je merken dat hij tegen de hand duwt. Bij het maken van een patroon, met een mouw en armsgat, is dat een technisch veeleisend punt.  


Daarnaast is de spier op je rug, die je gebruikt om je armen naar voor te strekken, een gekke spier. Ik bedoel daarmee dat als je met je armen naast je lichaam staat, deze spier op zijn kleinst is. Wanneer je je stuur vasthoudt, is deze op zijn grootst. Dus bij het maken van het patroon is het dus zoeken naar een balans in elegant verwerken van de extra stof en ruimte die nodig is om met je armen te kunnen bewegen. 


Als je kijkt naar de kostuumgeschiedenis van het mannenkostuum, ga je zien dat de globale vorm niet zoveel veranderd is door de jaren heen. Maar dat er vooral gespeeld wordt met kleine details als de reveir, de lengte van de jas en de breedte van de schouder, mouw en rug. Die laatste drie zijn niet toevallig juist die punten waar jouw jas momenteel onaangenaam zit. Omdat dit een punt is wat veel technische eisen heeft, maakt elke ontwerper, kleermaker of merk daar zijn eigen antwoord op en benoemt dat een bepaalde stijl. 


Zoals je misschien wel weet is iedereen zijn lichaam anders. Dus een systeem dat voor iedereen werkt, gaan we niet vinden. Dat is de reden waarom ik mijn eigen systeem, waarbij je komt passen, heb. En zo heeft iedereen zijn antwoord op die vraag. Het is als een recept voor brood: elke bakker heeft zijn techniek om een lekker brood te maken. En sommigen verkiezen het ene en anderen een ander. Dit om te zeggen dat je dus naar een bakker ging, waarvan het brood je niet geheel aanspreekt. 


Ik weet, geloof en aanvaard dat het leven een zoektocht is. Een pad naar ondersteunende mooie dingen die mijn leven laten zien en laten zijn. Hoe denk jij over het leven? Dat we oplossingen kunnen vinden voor problemen die zich aandienen?


Ja, inderdaad en soms is het ook aanvaarden. Om terug te komen op je vraag van het armsgat en de rug: ja, daar valt een oplossing voor te vinden. Maar ik moet die soms ook zoeken voor klanten. Er is geen oplossing die klaar ligt in de kast en die voor iedereen werkt. Dit is de onzekerheid waarin ik werk; de zoektocht. 


Hoe voelt het voor jou om iets te bestellen bij iemand die deze onzekerheid aanvaardt en tot op een zeker niveau met je deelt. Het verhaal dat ik mezelf vertel is dat je dat niet zou appreciëren of dat je juist daarom niet bij mij zou bestellen. Ik heb de indruk dat je het idee hebt dat het feit dat het kledingstuk nu onaangenaam zit, dit fout is en dat je twijfelt aan het vakmanschap van de maker. Ik heb de indruk dat mijn uiteenzetting hier, je het gevoel geeft van ja, ja dit zal wel allemaal. Maar ik zit nog steeds met een aankoop die niet aangenaam zit. 


Ik probeer je niet te overhalen om bij me te bestellen. Ik probeer voor mezelf te achterhalen of ik je vraag kan beantwoorden. Wat ik door vragen te stellen, en een beetje context, al voor een stuk deed. Maar de vraag voor mij is eigenlijk: hoe ga jij om met het nemen van risico bij jezelf of van een ander? Ik stel deze vraag omdat ik merk, doordat je hiermee naar me komt, dat het belangrijk voor je is. 


Je nam het initiatief om kleding te bestellen bij iemand nieuw, zo stelde jij jezelf bloot. Dit draaide niet zo uit als bij voorgaande ervaringen. En, ja, een kledingstuk wat niet aangenaam zit, ga je niet dragen. De ander nam het risico om voor jou een kledingstuk te maken. Hij gebruikte zijn systeem, gaf jou zijn brood. Nu je het brood proeft, is het niet jouw ding. Is het een kwestie van het juiste beleg of combinatie met andere dingen te vinden? Is het een kwestie van aan te passen waar mogelijk? (Hier vond ik geen brood vergelijking) Is het een kwestie van het lastig vinden dat het leven een zoektocht is? Is het een kwestie dat risico nemen een risico inhoudt? Is het een kwestie van het geloof in probleem en oplossing loslaten en de onzekerheid daarvan in de plaats zetten? 


Suitably yours,

Annelies



Ik huil als ik thuiskom.

Een paar jaar geleden realiseerde ik me dat wat ik dacht dat liefde was, eigenlijk het tegenovergestelde is. Ik dacht dat liefde hoorde te voelen als onverschilligheid. Je laat de ander zijn leven leven; zijn gedachten hebben, voelen en doen wat die voelt en doet, zonder je daar in te mengen. Je neemt geen aandeel in het (wel)zijn van de ander. je bent geen onderdeel in het leven van de ander, je staat los van elkaar. Dat was wat ik dacht dat liefde was en de relaties waar ik dan ook in investeerde.


Dus had ik mensen rondom me die niet echt naar mij luisterden en die geregeld iets in de zin van 'jaja, dat is Annelies met haar - ogen draaidende - dingen, ideeën en visies.' Voor hen was wat ik zei, deed of voelde niet veel waard en vooral ver van de waarheid. Als ik vroeg naar waar ik nood aan had, werd het vragen op zich veroordeeld. Hoe ik de wereld zag en ervaarde was fout en niet waar. Grenzen die ik aangaf waren als lucht of werden niet gehoord. Maar als ik een succes bereikte of een compliment kreeg van buitenaf, dan was het ook van hen; ook al hebben ze daar niet aan bijgedragen. Van de context waarin in opgroeide kreeg ik zelden een positieve aanmoediging; ik was al arrogant genoeg volgens hen. 


Ik moet je wellicht niet vertellen dat ik dit schrijf met tranen in de ogen en pijnscheuten door mijn lichaam. ‘Je huilt wanneer je thuiskomt', is de vrije vertaling van Marta Beck. Je hoeft me niet te koesteren of warm te houden om wat ik hier schrijf. Ik wil dat je dit leest en met jouw ogen kijkt wat je erin kan zien. Omdat de context, waarin ik opgroeide en van mezelf vervreemde, overduidelijke gelijkenissen heeft met de huidige mode en kapitalistische context. Als we een levensondersteunende relatie met aankopen willen ontwikkelen, vind ik het belangrijk om stil te staan waar we nu staan. 


Wordt er naar je geluisterd in de verkooprelatie? In de online of snelle verkoop is contact en een gesprek afwezig. Dan is het vrijwel onmogelijk om te luisteren naar elkaar. Ik heb jaren ervaring in de verkoop en ik heb een hekel aan dingen herhalen, omdat de ander niet luisterde. Als je het niet verstaat, dan is het aan mij om andere woorden te zoeken. Maar niet luisteren, is niet aanwezig zijn. Ben ik en de ander aanwezig bij dit hier en nu in de verkooprelatie?


Als je jouw idee of visie deelt, hoe wordt deze onthaalt? Als ik tijd heb om te flaneren, vind ik het fijn om winkeltjes van de ontwerper/kunstenaar binnen te gaan en een gesprek te voeren. Wellicht stap ik binnen met het idee om te doen waar ik van hou: een diep ontwikkelend gesprek voeren. Dus neem ik het risico om het gesprek in die richting te sturen. Vaak vang ik bot. De kunstenaar wil vooral zijn visie aan me opdringen of vindt die van mij naïef. Hoe luister ik naar anderen en andersom?


Is er ruimte voor hoe jij de wereld ziet, ervaart en aanvoelt? De meeste producten die we toelaten in ons leven, zijn ontwikkeld zonder dat wij inspraak hadden. Is er ruimte voor mijn ervaring en voor die van de ander? is er ruimte voor jouw ervaring? Is er een productontwikkelaar, ontwerper of merk dat een product aanpast als het niet blijkt te voldoen aan mijn verwachtingen? 


Is jouw waarheid een waarheid in de interactie? 'Ja, dat is een mooie visie, maar je moet begrijpen dat wij gewoon snel en effectief geld willen verdienen’, zei een verkoper letterlijk tegen me. Dan bewegen we toch als maatschappij naar een wereld waar een paar snel en veel geld verdienen en de anderen hoogstens een radertje zijn in hun effectieve machine. Iedere zijn wereldbeeld mag er zijn, maar daar wil ik geen deel van zijn. Dus ik herhaal: is mijn waarheid een waarheid en zo ook deel van de interactie?


Hoe gaat de ander om met jouw vraag en hoe jij met die van zijn kant? Geef me geen opties op een website, staalkaart of in het gesprek, die dan later toch niet mogelijk zijn. Ik begrijp ook wel dat dingen kunnen veranderen en dat leveranciers soms niet kunnen leveren. Maar stel me niet de vraag om te kiezen als er eigenlijk geen keuze is. 


Wordt er stilgestaan bij jouw wereld/mensbeeld; is de relatie zo dat jij daarin verder ontwikkeld? Weet jij de limieten in de verkooprelatie en weet de ander dat jij grenzen hebt? 

Neemt ieder in de relatie enkel wat jou genot geeft? Zijn de concepten ik, jij en wij duidelijk, voor iedereen? Moedigen we elkaar aan met persoonlijke, concrete en duidelijke complimenten? 


Jarenlang begon ik te huilen als ik alleen in mijn kamer was of thuiskwam. Pas als ik met mezelf was, en er ruimte was om mezelf te laten zien en te laten zijn, kon ik deze lastigheden laten zijn. Door de boosheid en frustratie toe te laten, kan ik zien wat me die gevoelens gaf. De onverschillige manier van met elkaar omgaan in deze kapitalistische maatschappij. Dit raakt me diep; niet gezien worden om wie je bent; niet gezien worden om wie ik ben.


Omdat structureel niet gezien worden om de mens wie je bent, de spiegel waarin je jezelf zou kunnen zien stuk maakt. Zoals je weet is mijn doel jezelf te laten zien en te laten zijn. De ander is deel van jezelf laten zien en laten zijn. Een visie, idee, mensbeeld, ontwikkeld door het te delen. Een mens ontwikkelt door om te gaan met anderen, dus onverschillig met elkaar omgaan is volgens mij een misdaad tegen de menselijkheid. 


We, jij en ik, zijn niet verantwoordelijk over hoe anderen zich gedragen. Maar als we kiezen voor de aankoop van levenslange producten, is het nodig om te kijken hoe de verkooprelatie nu is. 



Suitably yours,


Annelies



Wat raakt je? 

Ik neem je even mee in een denkoefening, maar maak ook gebruik van gelijkaardige situaties die je in je leven meemaakte. Ik stel je voor aan persoon A; een stabiel aangenaam persoon die je een fijn gevoel geeft wanneer je ermee in aanraking komt. En persoon B; een persoon die is opgegroeid in een context waar hij veel kritiek kreeg, waar zijn ouders uit het niets boos op hem werden en die iets probeert te maken van zijn leven. Ik ga je meenemen in enkele situaties, waarin A en B verkeren en jij verbeelt hun reactie op de gebeurtenissen. Als ik de situatie omschrijf hou ik het dus gemakkelijkheidshalve bij een persoon. 


Situatie 1
De persoon gaat naar de supermarkt en koopt een brood. Bij de betaling wordt de kassabediende boos en scheld de persoon uit. Persoon A zegt dat het niet oké is om op een dergelijke toon tegen hem te praten en dat als er iets niet ok is, dat de kassabediende dit mag delen. Het schelden gaat verder. Persoon A betaalt en gaat weg. Als deze thuiskomt vertelt hij met verwondering aan zijn partner wat er net gebeurd is. Persoon A maakt de beslissing daar geen boodschappen meer te doen. ‘Huh, ging jij ons niet laten verbeelden hoe hun reactie is?’, hoor ik je denken. Jazeker, want hoe voel jij je in de beide personen? 


Persoon B komt in dezelfde situatie terecht. Dit triggert en raakt persoon B heel erg. Persoon B is een vriend van je; maanden later passeren jullie samen die supermarkt. Hij vertelt je dat hij daar niet graag heen gaat. Wat doe je? Wees zo specifiek mogelijk.


Situatie 2

De baas van de persoon geeft feedback op een document dat de persoon in kwestie maakte. De baas zegt: ‘Ik zie dat je hard gewerkt hebt, het is een goed document. Er zijn drie alinea's die ik heb aangeduid, die je even zou moeten herbeoordelen. Ik begrijp wat je wilt zeggen, maar ik vind ze nogal onduidelijk geformuleerd. Het moet pas volgende week vrijdag af, dus dat komt in orde.’ Persoon A vraagt om meer uitleg en wat de baas specifiek niet duidelijk vindt. Vervolgens gaat hij daarmee aan de slag. 


Afhankelijk van wat persoon B deed met situatie 1 is zijn reactie verschillend. Dit is wat ik wil aantonen met deze oefening. De vraag is: maakte persoon B gebruik van de eerste situatie om een deel van zichzelf eigen te maken of niet? Het gaat niet om het resultaat, maar of je die situatie aangreep om jezelf te laten zien en zo ook te laten zijn. 


Ik ga proberen om concrete voorbeelden of uitleg te vermijden, omdat ik wil dat jij jouw stem hoort in dit. Dus herlees de twee situaties en leef je in in persoon A en persoon B en schrijf op wat je denkt, doet en voelt en welke volgende stappen je onderneemt. 


Deze oefening gaat over getriggerd zijn, of worden, en dat dit eigenlijk een opening is om jezelf te leren kennen. Het feit dat iets je raakt, is omdat het resoneert met iets in je. En dat ‘iets’ is volledig van jezelf. Mijn indruk is dat we in deze op prestatie en macht gerichte maatschappij, dit leren wegduwen. Ik denk dat we in deze maatschappij allemaal als persoon A verlangen of zelfs verwachten te zijn. Maar door te focussen op macht en prestatie kom je niet van B naar A. 


Persoon A en B zouden focussen op macht als ze de situaties willen controleren. Er de macht over hebben en zo ook over de ander. We hebben totaal geen verantwoordelijkheid in hoe de ander zich voelt en gedraagt, wel in hoe we de ander zijn leven aanraken. Macht gaat over het idee dat je wel invloed en impact hebt, door hoe je de ander zijn leven aanraakt. Ik raad je het tegenovergestelde focus aan. Focus op hoe je de verantwoordelijkheid neemt over hoe jij de ander zijn leven aanraakt. 


Persoon A en B zouden focussen op prestatie als ze hun acties afmeten aan hoe de ander zich gedraagt. Dit is uiteraard verbonden met macht. Het is een focus op resultaat dat het pad naar jezelf in de weg staat. Vaak zit dit in een zwart-wit beeld. Ik moet kritiek vermijden, want kritiek wil zeggen dat het fout is. Ik moet zorgen dat niets me raakt, want geraakt worden is een teken dat ik het doel niet bereik. 


Mijn doel of ideaal is zoveel mogelijk als persoon A de interactie met anderen aan te gaan. Om dat te bereiken neem ik momenten als die mijn persoon B triggeren aan. Daarmee bedoel ik dat ik deze ruimte en aandacht geef om me te laten zien wat zich laat zien. Door te aanvaarden dat ik persoon B ben, kan ik daar de liefde en warmte aan geven die het nodig heeft. Wat in het geval van macht en prestatie totaal niet aan de orde is. En door die compassie kunnen de emoties en ervaringen van persoon B stukje voor stukje zijn en kan ik persoon B in mezelf laten zijn. Op die manier maak ik de opening om in situatie 1 het contact met mezelf te behouden en persoon A te laten zien. 


Wat raakt je? 


Suitably yours,

Annelies of AB



speelveld.

Ik heb je al eerder het beeld van de kapper en honger gedeeld. Ik heb honger en ik krijg van de ander het adres van een goede kapper. Dit beeld kan je zien in verschillende situaties en het laat je verschillende delen van jezelf zien. Omdat het gewoon toont wat er kan gebeuren al we onszelf als mens laten zien. 


In de tijd waarin we nu leven staan controleren, perfectie en niet-menselijkheid hoog in het vaandel. Dus de situatie van de kapper en honger is vervolgens een probleem en zo ook fout en negatief. Ik ontken niet dat het lastig is om in die situatie te vertoeven, maar er is zoveel te ontdekken dat ik, door al het ontdekken en ontleren, het niet als negatief kan beschrijven. 


Het eerste exploratiedomein is het weten. Weet de ander dat hij mij het adres van een kapper geeft? Ben ik mij ervan bewust dat ik honger heb? De ander kiest bewust om een goede kapper aan me door te geven; wat is goed? Hoe weet hij dat die kapper ook goed voor me gaat zijn? Weet jij wat hier gebeurt? Je hebt een behoefte en het antwoord lijkt deze totaal niet te beantwoorden. 


Het volgende is het afwijzen van het adres voor de kapper. Is het afwijzen, afslaan, afkeuren of weigeren? Hoe ervaart de ander mijn reactie? Welk deel komt voor hem naar boven in het afwijzen van het adres? Op welke manier deel ik, maar ook de ander, die afwijzing? Een ‘nee’ met de ondertoon van bovenstaande woorden heeft telkens een andere intentie. De kunst van het afwijzen is het zonder enige onderliggende veroordeling te doen. Bedankt en nee, dit is niet wat ik zoek. Door af te wijzen zet ik de deur open naar de oplossing voor mijn honger. 


Een volgende laag is: kan ik vragen waar ik nood aan heb? Kan ik, na het erkennen dat ik honger heb, vragen om hulp bij mijn nood? Kan ik vragen naar waarom de situatie lastig is voor mezelf en de ander? Verwacht ik dat de ander dit vraagt? Als het adres van de goede kapper een antwoord is op mijn vraag; was deze dan duidelijk? 


Wat geef ik in de situatie? Is de daaropvolgende vraag. Nu kan je jezelf afvragen als ik honger heb: wat geef ik dan? Communiceer ik de honger? Welke onderliggende laag geef ik mee? Verwacht ik dat de ander begrijpt in welke situatie ik zit? Hoop ik dat de ander me aanvoelt? Ga ik ervan uit dat de ander me toch niet wil/kan/zal helpen? Welke energie breng ik in de situatie? Ben ik boos, teleurgesteld, verbouwereerd door het antwoord van de ander?  


Kan ik wat de ander geeft ontvangen? Wil ik dat ontvangen? Wat is ontvangen in deze context, want ik heb geen kapper nodig. Wat geeft de ander mentaal door het adres van een goede kapper te geven? Kan ik dat ontvangen, en wat is dat dan? Hoe voelt het wat hij geeft? Is dit vrijblijvend, indringend, helpend, inspirerend, overnemend, …?


Geef ik om deze situatie of om de persoon? Door voor mezelf deze oefening te doen, ga ik anders om met onbelangrijke situaties. Stel dit gaat over een winkelbediende of iemand die ik totaal niet ken en wellicht ook nooit meer terug ga zien? Ik ga ervan uit dat de ander me het adres geeft vanuit goede bedoelingen, dus vind ik het belangrijk om aan te geven dat dit niet is wat ik zoek of waar ik nood aan heb. Zo weet de ander dat wat hij gaf mij in deze situatie niet vooruit hielp. Ik doe dit, omdat ik geef om de maatschappij waar we in leven. Ik zou willen schrijven dat ik de hoop hebt dat de ander daar iets mee doet, maar dat is het niet. Ik wil gewoon dat de ander weet dat dit niet is wat ik zocht. Ik geef, omdat ik geef om een menselijke maatschappij. 


Nog een andere laag is: kan ik me de situatie voorstellen? Als ik totaal opgeslokt ben door mijn beeld van de situatie, dan kan ik het mij niet voorstellen. Kan ik me inbeelden wat, hoe en waarom de ander me het adres van een goede kapper geeft? Kan ik me verbeelden, hoe grappig en absurd de situatie is? Zie ik het beeld wat ik je aan het begin van deze kleermakerszit liet zien? 


Herken ik het beeld, herken ik de situatie, herken ik de gevoelens? Is de herkenning binnen de situatie; deze persoon deed dat vorige week ook. Of juist binnen in mij: ik belandde wel al eens eerder in deze situatie. Wat brengt die herkenning bij me teweeg? Als deze persoon dit al herhaaldelijk deed; wat doe dat met me? Als ik me herhaaldelijk al zo voelde, wat kan ik voor mezelf doen of waar heb ik nood aan? Als ik me al herhaaldelijk zo gedroeg, wat kan ik hiermee? Wat laat dit mezelf zien en zijn? 


Wat als we nu eens gaan spelen met deze situatie? Ik raad je de hedendaagse consumentenmaatschappij aan als veld. Test wat je zou kunnen terugzeggen, doen en wat het met je gevoel doet. Onderzoek wat voor jou de diepere laag is; hoe je tegenover de ander staat. Het speelveld is wat, hoe en waarom weet ik, wijs ik af, vraag ik, geef ik, ontvang ik, zorg ik, verbeelt ik, herken ik en deel ik? De doelpalen zijn het adres van de goede kapper en mijn honger, want deze staan vast. Omdat dit beeld is wat er zich aandient wanneer we voor een menselijkere samenleving kiezen: alles er omheen is flexibel en staat open voor onderzoek en ontleren.


Suitably yours,

Annelies



Levenslang

Ik geloof dat langdurige verbindingen enkel kunnen ontstaan vanuit zelfaanvaarding. In elk domein van het leven pas ik dit toe: werk, vriendschap, relaties met dingen en dus ook met mezelf. De kleine dagelijkse momenten waarop we met kleding bezig zijn, bieden zich elke dag opnieuw aan als mogelijke keuzemomenten. De keuze zit hem in hoe daag ik op voor mezelf en de kleding in dat moment. De keuze zit hem niet in het feit of dit een zelfbewustwordingsmoment is of dat zelfbewustwording aan de orde is. 

Elke keer dat je een trui aantrekt kies je om jezelf te laten zien en te laten zijn. Ik weet dat jij op dat moment kan kiezen voor een langdurige relatie met jezelf en zo ook met de wereld. 


Voordat ik je meeneem wil ik enkele woorden als beelden uit de doeken doen; zelfaanvaarding, ik aanvaard mezelf. We bestaan uit delen, moods of wat je het ook wilt noemen. Ik kan zowel totaal in mijn drive zijn aan het werk en de ideeën springen uit mijn hoofd als ik kan ook het even niet meer weten hoe met mezelf om te gaan. Dit zijn twee voorbeelden van delen van mezelf. En zo heb ik er oneindig veel. ja, ik ben er me van bewust dat ik deze nooit allemaal ga ontmoeten, leren kennen en herkennen. 


Door mezelf te laten zien, ik kies ervoor om dat in elk moment te proberen te doen, laat ik een stuk van mezelf zien. Ik zweet als ik in de warme zon sta, is iets wat ik leerde. Ik voel mijn hart kloppen als iemand in een staat van paniek en stress iets met me deelt. Ik hou niet van te strakke kleding dragen als ik een gehele dag op een stoel moet zitten. Dit zijn dagelijkse normale informatiestukjes, maar dit zijn stukjes over mezelf. Die van waarde zijn op een moment dat ik naar een speech in de zon moet luisteren, omga met iemand in paniek of weet dat ik voor een lange tijd op een stoel ga zitten. Zo kan ik me daarop voorbereiden. 


Het doel is niet om tot de perfecte voorbereiding te komen en mijn innerlijke vlijtige liesje tot rust te brengen, maar om een relatie met mezelf te laten zijn. De perfecte voorbereiding zou maken dat ik niet zweet en het niet te warm heb (twee dingen waar ik niet bepaald gelukkig van word). Door te aanvaarden dat mijn lichaam op een dergelijke manier reageert op volle zon, kan ik zoeken naar manieren binnen die context die het voor me aanvaardbaar en goed maken. Ik kan daarin zelf doorontwikkelen, totdat die manieren mij wel gelukkig maken en dát is waarom ik deze kleine momenten zo waardeer. 


In die momenten doe je, als je ervoor kiest om op te dagen, één van deze drie dingen: ontmoeten, leren kennen en herkennen. Soms ontmoet je een nieuw deel van jezelf, zoals mezelf een uur per dag geven om vrij werk te maken; wat me energie geeft voor een gehele dag. Soms leer je een deel van jezelf beter kennen. Ik deed er een paar jaar over om nu hier eenvoudigweg te schrijven dat de volle warme zon lastig is voor mijn lichaam. En herkennen geeft je echt iets in handen om mee aan de slag te gaan. Doordat ik weet dat ik bepaalde kleding niet graag draag, als ik een gehele dag ga zitten, kan ik daar naar handelen. 


Een ander woord waar ik je een beeld wil bij geven is langdurige verbinding. Ik hou van het Engelse woord longevity. We zouden kunnen kiezen voor levenslang, maar in het Nederlands is dat een straf. Voor mij is het juist het tegenovergestelde: we zijn hier in deze context en nu in deze tijd met dit lichaam. We hebben levenslang gekregen met onszelf. Heel veel daarvan hebben we niet in de hand of nauwelijks tot geen impact op. Ik hoop dat je net als mij meer wilt in dit leven dat het levenslang uitzitten. Wat geeft waarde aan ons leven? De verbindingen die we maken met anderen, met concepten, met beelden, met dingen, met ervaringen enzovoort. Het is een primaire menselijke behoefte om erbij te horen. Het vraagt ons niet om te veranderen wie we zijn, maar om te zijn wie je bent. 


De keuze zit hem niet in het feit of dit een zelfbewustwordingsmoment is of dat zelfbewustwording aan de orde is, maar of je aanwezig bent bij deze kleine dagelijkse kledingmomenten. Hoe dan ook is het aantrekken van kleding iets wat je doet. Door het niet bewust te doen, laat je kleine verbindingsmomenten met jezelf liggen. Dit ga je niet onmiddellijk merken, maar op de lange termijn ga je jezelf verwijderd van jezelf vinden; als je daar bewust voor opdaagt. 


Ik was gisteren in gesprek met een vrouw. Ze doet haar job niet meer graag, maar heeft het gevoel dat ze vast zit. Ze zou graag een liefdesrelatie hebben, maar komt toevallig niet de juiste persoon tegen. Ze krijgt projecten aangeboden, maar ze heeft de energie niet om die aan te nemen. Wat ik voelde is dat ze van zichzelf verwijderd was. Haar oplossing was: ik moet gewoon meer fun en lol hebben. Ik vroeg haar: ‘wat houdt je nu tegen om dat te doen?’ ‘Geen idee’, was haar antwoord. Ik hoop dat ze in kleine momenten zichzelf kan ontmoeten, leren kennen en zo herkennen, om dan voor meer geluk voor zichzelf te kiezen. 


En hoe doe je dat nu, in een kledingmoment? Voelen wat je voelt door stil te staan en te luisteren naar wat kleding je kan laten zien en laten zijn. Wat hoor je wanneer je ‘s morgens je kleding aantrekt? Hoe voelt je lichaam als je de was aan het doen bent? Wat ruik je als je voor de spiegel staat? Wat ervaar je als je aangekleed bent? Wat zie je als je in jouw pyjama in de zetel ligt te mijmeren? 


Graag geef ik je de spiegel om jezelf te laten zien en te laten zijn; in deze kledingmomenten. 



suitably yours,

Annelies



Verstrijken tijdens het strijken

Ik had nog eens een event waar ik voor mijn werk naar toe ging. Het was de gehele week zonnig en warm, dus streek ik enkele dagen op voorhand een zomerjurk. Ik wilde deze graag dragen én het stuk paste goed bij het event. De ochtend van het event was het nog zonnig, maar in de namiddag verdraaide het weer: ineens was het koud. Van dat weer waarvan ik me op de fiets afvraag waarom heb ik mijn handschoenen niet heb aan getrokken. 


Het weer is belangrijk in mijn kledingkeuzes, omdat ik het niet graag te warm of te koud heb. Ik ben een introvert en kan me goed alleen bezighouden. Een event betekent anderen zien en leren kennen. Ik had er zin in, maar ik doe dit graag vanuit een comfortabel gevoel bij mezelf. Dus te warm of te koud hebben, is iets waar ik mij zeker op kan voorbereiden. 


Aangezien het in de werkcontext is heb ik de regel: draag je werk. De gejaagdheid van op het laatste moment beslissen wat ik ga dragen, en dan soms dat nog strijken, probeer ik te vermijden. Eigenlijk vind ik kwalitatieve kleding, als die van mezelf, strijken een ontspannende en mijmerende bezigheid. Als ik dat holderdebolder, voordat ik ga vertrekken, moet doen dan is dat plezier weg. Ik gun mezelf het plezier van op voorhand te bedenken wat ik ga aandoen en dit dat ook met aandacht klaar te hangen. 


Dit is een voorbereiding die me met mezelf verbindt. Sommige stuks maakte ik al jaren geleden. Ik probeer continu bij te leren of te ontleren dus dat verandert mijn techniek. Tijdens het strijken zie ik dus het verstrijken van de tijd en het versterken van mijn ambacht. Het is een fijn gevoel om te zien wat ik realiseerde, omdat ik me mijn gedachtengangen en bedenkingen vaak nog kan herinneren. Het is fijn op te merken dat het verstrijken van de tijd me dichter bracht bij waar ik wil zijn. 


Dus ik moest of wou een andere samenstelling van kleding kiezen, die me warm én op mijn gemak zou houden tijdens het event. Ik merk, in hoe ik dat moment aanpakte, ook het verstrijken van de tijd en groei. Ik zei tegen mezelf: ‘het is wat het is.’ Mijn behoefte om me comfortabel te voelen is: ik aanvaarde en vertrouwde wat ik voelde: het ís. 


Vervolgens opende ik nieuwsgierig mijn eigen kleerkast. Ja, echt met de insteek: wat zou hierin hangen wat past bij dit moment? Ik merkte dat ik niet vooraf ging plannen en puzzelen wat ik vermoedelijk heb hangen. Ik keek, in het moment, wat hangt hier? Wat past bij dit weer? Dit is te koud of hierop moet ik dan een jasje dragen, waar ik geen zin in heb. Dit is dan te warm. Ik vond een combinatie die ik nog nooit eerder maakte. Ja, als je kleding al tien jaar draagt, dan is dit een speciale gelegenheid. 


Wat ik er nu vooral in zie, en met je wil delen, is het verschil tussen twee zaken: mijn voelen staat het plan en denken in de weg óf mijn denken en plannen staat in functie van mijn voelen. 


Het idee dat we voor het grootste deel voelende wezens zijn, die af en toe denken, hoorde ik al vaker. Maar dit staat haaks op hoe onze samenleving georganiseerd is, dus nam ik net als de meeste van ons het idee over dat denken bovenaan staat. 


Je bedenkt een idee, visie of kledingoutfit en vervolgens plan je dit. Dan geniet je van de realisatie, maar omdat we als mens eerst voelen, blokkeert dit vaak het plan. De reden dat ons gevoel eerst werkt, is omdat overleven ons geen tijd biedt om alle opties te bekijken en vergelijken. Boem, hup, snel een beslissing en actie. Waarom geven we elkaar het advies: volg je gevoel bij belangrijke beslissingen. Waarden zijn woorden die waar aanvoelen. 


Ik vond het fijn om op te merken dat alle beslissingen in deze kledingkeuze gebaseerd waren op mijn gevoel. Mijn denken staat in functie van mijn gevoel. Hoe kwam ik daar? Door te voelen en het voorop te stellen. Door het verstrijken van de tijd te zien en mezelf te zien tijdens het strijken. 


Suitably yours,

Annelies



Plus-size

Gisteren ging ik samen met haar kijken naar paspoppen, want we hebben beide paspoppen nodig nodig. Voor mij is het belangrijk dat mijn werk, mijn oeuvre, mijn garderobe, zich daarop mooi presenteert. 


We maken en gebruiken die poppen in de kledingwereld om een abstracte voorstelling te maken van de persoon die het draagt. Een kledingstuk wat plat ligt of aan een kapstok hangt is vrij plat. Om dit iets levendiger, of met meer volume, te laten zien gebruiken we paspoppen. 


Die bestaan net als de meeste kleding in het matensysteem wat we gebruikelijk gebruiken. Er bestaan daar geen standaarden in. Het is vrij vrijblijvend wat de maten van bijvoorbeeld een veertiger zijn; toch doen we alsof dit standaard is. 


Dus om te kijken of de poppen onze kleding mooi tonen, namen we enkele stuks mee. 

Deze probeerden we de poppen aan te doen, wat in sommige gevallen al het probleem was. Door een andere maat te nemen, kon de pop wel in de kleding. Armen, hoofden en de steun, die als abstract been telt, werden gewisseld en vervangen. We praatten erover alsof het gewoon stukken en onderdelen zijn. 


Ik zocht een pop om mijn eigen kleding te laten zien. Ik weet ook wel dat ik niet perfect mijn maten ga vinden en momenteel is het niet prioritair dat die pop op mij lijkt, dus ik wou vooral kijken of het er mooi uitzag. Ik kon de pop met maat veertig niet gebruiken, want deze was te smal. Dat is het probleem met de huidige poppen die ik heb: doordat ik een andere vorm heb dan de pop komt de kleding niet mooi over op de poppen die ik heb. 


Mijn borsten lijken laag te hangen, er is rond de heupen (en eigenlijk bijna overal) een te veel aan stof. De taille van de poppen die ik heb en van de kleding komt ongeveer overeen of ik kan die toch min of meer in de taille positioneren. Mijn bovenlichaam is groter dan de pop, dus alle verhoudingen zien er niet uit. Het eindresultaat is dat het presenteren van mijn kleding op een pop enkel gaat voor een beperkt aantal stuks. 


In het wisselen van stuks en bustes vind ik één die de jurk die ik mee had op elegante wijze laat zien. Ze laat de jurk zien, zoals ik deze ontworpen heb, en komt in de buurt van hoe het is als ik deze draag. Het is de plus-size pop. 


Zonder mijn jurk aan ziet die pop eruit als de dikkere versie van de twee anderen, die ernaast staan. Mijn lichaam ziet er niet uit als die pop en daar ben ik blij om. Ik merk op dat ik in mijn hoofd direct de punten van vergelijking kan benoemen. Ik zeg dat ik even ga nadenken, voordat ik de poppen ga bestellen. 


Ik heb tijd nodig om na te denken over hoe ik mezelf vergelijk met de pop. Wat ben ik in godsnaam aan het doen. Een regel voor en met mezelf is: niet vergelijken, want het dood de creativiteit onmiddellijk. Als dit het effect op mij is, dan kan dit ook het effect op een ander zijn. Ik wil mensen inspireren om hun authentieke menszijn te laten zien en te laten zijn en een essentiële tool daarin is creativiteit. Dus het kan ook zijn dat dit hun creativiteit dan blokkeert. 


Het deel over de ander zijn aannames; ik heb daar geen verantwoordelijkheid in en over. Maar ik ben wel verantwoordelijk over hoe ik de ander zijn leven aanraak (aka wat ik laat zien). Ik probeer dit in lijn te doen met mijn waarden en dat is de authenticiteit waar ik net over schreef. 


Anderzijds vond ik het lastig dat ik een plus-size ben. We zeiden allebei: ‘nee, jij ziet er niet uit als die pop’, maar toch is dat iets met die maten. Niet dat ik een ander lichaam zou willen,  niet dat ik smaller zou willen zijn. Maar het is dat ik niet dat nummer wil zijn. Lees ook hoe ik dat hier schrijf: ik ben een plus-size. Nee, het systeem wat ze daar gebruiken presenteert mijn kleding het beste op de pop die zij als plus-size noemen. 


Het maakte, of zelfs maakt, dat ik me nu een dag later nog een beetje onzeker en wankel voel. Ik kan rationeel dit wel allemaal plaatsen en uitleggen. Ik voel me iets minder stabiel, de diepere aarding blijkt niet onkwetsbaar te zijn. Dit mag er zijn. Ik liet dit ook zijn door dit gevoel te delen met twee dichte mensen. Ik vertelde het verhaal, het doel en wat er gebeurde, zodat ze mij konden volgen. Maar ik durfde ook te focussen op hoe het mij deed voelen. 


Ik geloof en weet dat een lang leven met jezelf, je lichaam en je lichaamsbeeld de basis zijn van een garderobe die jou laat zien. Wat daarin zeker nodig is, zijn mensen met wie je je gevoelens kan delen en die deze helpen te laten zijn. 


Suitably yours,

Annelies 



Kunst is geen wiskunde.

Dag,


Ik ga je niet bedanken voor dit bericht met enkel een link erin. Ik ga deze link ook niet openen en zo ook het filmpje niet bekijken. Ik vind het spijtig dat dit de manier is waarop je me contacteerde. Van alle manieren waarop je naar me had kunnen uitreiken kies je voor dit. 


De laatste keer dat ik je zag, wou je me ook een eigen gemaakt filmpje laten zien. Ik zei toen ook al dat ik daar geen interesse in had. Dit heb ik nu ook niet. Ik had toen de indruk dat je alleen wou horen dat ik het goed vind. Dat je viste naar mijn goedkeuring of bevestiging. Ik wou het niet bekijken, omdat ik het ook niet goed ga vinden. Dus vroeg ik of je er plezier in had gehad om het te maken. Je zei ‘ja’ en ik vertelde je dat dit het belangrijkste is. 


In alle jaren en aan alle leerlingen waar ik al les aan gaf, is dat ook mijn beoordeling. Heeft deze persoon hier plezier en passie in ervaren? Ik vind, en daarom doe ik het ook niet, dat kan je niet beoordelen met goed of fout. Daar gaat het zelf niet over, dus wat ik wel kan beoordelen is de technisch/creatieve uiting van die passie. En ik kies ervoor om enkel, op een ondersteunende manier, dit te doen in domeinen waar ik zelf werk. Je weet wat ik studeerde en ik ga ervan uit dat je wellicht een beetje weet wat de domeinen zijn waarin ik werk. 


Kunst en creativiteit zijn de weg om je authentieke zelf te laten zien en te laten zijn. Daar is geen meter die dit objectief kan controleren. En niet omdat iets me niet inspireert, dat het een slecht werk is. Het kan wel slordig gemaakt zijn of minder goed tot zijn recht komen in de presentatie. Kunst is geen wiskunde. Je kan in dit domein geen tien op tien krijgen, hierdoor krijg je in artistieke vakken op vreemde dingen punten. Zijn alle onderdelen van de opdracht voldaan, is het duidelijk, is het coherent, is er voldoende inzet en doorzettingsvermogen getoond? 


Maar op de uiting zelf, nee, daar geef ik geen punten op. Dit doe je voor jezelf en dat is een risico wat ik neem. Als ik dit van mezelf laat zien en laat zijn dan stel ik me breekbaar op. 


Zou het kunnen dat je dit vraagt, omdat je nood hebt aan bevestiging? Dat je wilt horen, van mij, dat je waardevol bent. Je waardevol zijn hangt niet af van anderen, dat is iets wat je in je draagt. Maar hoe heb je dat dan? Door via creativiteit je authenticiteit te laten zien en laten zijn. Op die manier kan je mensen tegenkomen die om je geven omwille van wat je laat zien en laat zijn. Vervolgens geven die dichte vrienden je de moed om verder te ontwikkelen in jezelf laten zien en laten zijn aan jezelf. Het doel is meer en meer van je eigen authenticiteit ontdekken en, als je dat wilt, naar buiten brengen. 


Dit is geen wedstrijd die je kunt winnen. Je kan er enkel aan deelnemen of aan de kant staan. Meestal hebben degenen die aan de kant staan het idee dat ze deelnemen, doordat ze beoordelingen uitdelen. 


Ik weet hoe beangstigend het is om iets van jezelf naar buiten te brengen. Zowel voor jezelf als het idee dat anderen dit kunnen zien. Je kan ervoor kiezen om dit enkel te laten zien aan mensen die het goed gaan vinden, maar daar heb je weinig aan, want dat is als het adres van een kapper krijgen als je honger hebt. Je nood is niet verholpen. 


Er is een zekerheid, die niet echt zeker voelt, dat creativiteit je tot je eigen authenticiteit brengt. Je maakte iets dat zonder jou niet bestond. Zo liet je een deel van jezelf zien. Je laat dat deel zijn door het te zien. 


Dus raad ik je aan om mensen om je heen te zoeken die geven om de authentieke persoon die je laat zien en zijn. Vrienden die je willen verder laten groeien en ontwikkelen in de persoon die je bent. En dat kan ik niet zijn. Wat je me van jezelf liet zien en liet zijn, daar kan ik niet om geven en wil ik je niet in stimuleren om dat verder te ontwikkelen. Ik zal hier nog even herhalen wat ik ok vind en wat niet: 


  • Het is niet ok om mijn wil om op mijn best te zijn en dit met de wereld te delen te gebruiken als maatstaf of om me daarom te verwijten. Het is ok om mij te inspireren naar mijn wil;

  • Het is niet ok om in mensen te investeren als die mensen ook in jou investeren. Het is ok om als eerst in een ander te investeren;

  • Het is niet ok om mij aan te vallen / af te kraken of onderuit te halen om wie ik ben. Het is ok om aan te geven met welk gedrag van mij je het moeilijk hebt;

  • Het is niet ok om me onderuit te halen omdat ik ga voor waar ik in geloof. Het is ok om open en onderzoekend te zijn naar wat ik geloof;

  • Het is niet ok om over alles hetzelfde te (moeten) denken. Het is ok om akkoord te gaan met het niet dezelfde visie hebben;

  • Het is niet ok om mijn groei en ontwikkeling tegen te werken, onderuit te halen of te willen sturen. Het is ok om me te vertellen wat jij, moest je in mijn schoenen staan, zou willen leren en ontwikkelen;

  • Het is niet ok om een samenkomst te zien als een moment om aandacht te krijgen. Het is ok om van de samenkomst de ondersteuning te vragen waar je nood aan hebt;

  • Het is niet ok om de ander of jezelf in maar een rol of verhaal te zien. Het is ok om de rol op te nemen die nu, met dit hier voor je, passend is;

  • Het is niet ok om in de weg te staan van de ander zijn eigen ding. Het is ok om plaats te maken voor je eigen ding;

  • Het is ok om fouten te maken. Het is niet ok om die te blijven maken zonder daar een diep gesprek en concrete aanpassing aan op te dragen;

  • Het is niet ok om grenzen te overschrijden. Het is ok om het lastig te hebben met grenzen respecteren en om hulp daaromtrent te vragen;

  • Het is niet ok om deze grenzen/ regels niet aan te geven als deze overtreden worden. Het is ok om overtreding enkel te delen met een persoon die je vertrouwt. 


Suitably yours,


Annelies 



Mijn mond houden.

‘Klanten willen toch van een modeontwerper dat die hen meeneemt in een verbeelding.’ Die opmerking van hem bleef bij me, waar de rest van de meeting over ging niet meer. Ik schreef al eerder over verbeelding en dat dit een uiting of toegang is tot één van mijn belangrijkste waarden, namelijk authenticiteit. 


Waarom heb ik dan het idee dat die zin niet met mijn waarheid strookt. Maar welk deel komt niet overeen met datgene wat ik zeggen wil? Het kan ook aan de vertaling liggen; hoe goed ik me in andere talen ook voel. Soms pauzeer ik een gesprek om de echte betekenis van een woord toch te achter halen. Het maakt niet zo uit wat de ander nu juist bedoelde, maar ik merk dat er voor mij een groot verschil is tussen illusie, verbeelding en fantasie. 


Verbeelding is wat we missen is deze wereld, vandaar dat ik in interactie met anderen dit vaak stimuleer. In de realiteit wil dat zeggen dat ik vooral mijn mond moet houden en focussen op horen wat de ander zegt. Zo gaf ik laatst een les in kleur, waarin de deelnemers stapsgewijs, met oefeningen, hun kleurenpalet schilderden. Soms zijn daar mensen bij voor wie schilderen en kleuren mengen lang geleden is; de lagere school. Maar iedereen weet wel ongeveer hoe dat moet, dus geef ik een klein beetje theorie maar verder is het aan hen om te exploreren en te ontdekken. 


De oefening begint met terugdenken aan een moment dat ze zich goed voelden. Dat gevoel even geheel terug laten komen en vervolgens de omgeving. Door de omgeving te verbeelden, worden de kleuren duidelijk. En dat is de bedoeling: dat ze een kleur die voor hen dat gelukkig gevoel beaamt schilderen. Ze moeten de kleuren op hun blad vergelijken met de kleur in hun hoofd. Dus meer dan soms even helpen (hoe maak ik die kleur donkerder of intenser?) moet ik niet doen. Dit is vaak de les waar de deelnemers een open mind ervaren, zo blijkt uit de evaluaties. Dat is de les, zeker online, nu ik mijn mailbox opruim of ander werk meeneem. Omdat ik vooral hun verbeelding moet laten werken en hen de toestemming geef om te zoeken en te ontdekken. 


In die zin ben ik daar als modeontwerper hen aan het meenemen naar hun verbeelding. Meestal is er een moment, waarop een deelnemer vastloopt of gefrustreerd geraakt en dat is exact het moment wat de deelnemer of de groep nodig heeft. Je eigen verbeelding volgen is niet gemakkelijk en vraagt je om oncomfortabele dingen te doen. Het is dan niet aan mij als begeleider om dat weg te nemen, maar om dat te erkennen en te laten zijn. Meestal is dat genoeg en kan die groep of deelnemer weer verder. 


Zoals ik hierboven al schreef is het lastigste voor mij mijn mond houden, zeker als de ander naar mijn antwoord hunkert door ernaar te hengelen. Ik zou hen kunnen meenemen in mijn verbeelding. Ik zou hen de illusie kunnen voorhouden dat al deze kennis gewoon maar uit de wereld te vissen is. Maar nee, ik weet dat ik het meeste leerde van mijn verbeelding proberen te realiseren. Proberen staat daarom voor dat ik evenveel faal als slaag. 


Wat een illusie zou kunnen doen voor hen of voor mij op momenten dat ik niet meer geloof in mijn eigen verbeelding, is het je wegnemen uit de realiteit. En dat is ook nodig in verbeelding, want zoals je weet krijg je de oplossingen en ideeën op het moment dat je net niet met het project bezig bent. Omdat je dan in een andere realiteit bent, kijk je van een afstand naar de realiteit van het project. In een illusie of fantasie is er weinig van beiden, noch de afstand noch het aanwezig zijn in de realiteit. Wat er wel is, is het verlossende gevoel van niet hier en nu te moeten zijn en de realiteit te kunnen wegduwen. 


Mode ontwerp gaat over het verbeelden van de basis van de realiteit. Vanuit wat jou jezelf laat zijn. Het weggaan van eender welke realiteit dat eigen is aan fantasie laat niets zijn. Het laat je dingen zien, voelen en ervaren, waar je misschien naar wil streven. Maar doordat het niet in een realiteit is, blijft het zo wat in de vorm van een illusie. 


Stel dat een modeontwerper de volgende verbeelding heeft van zijn ideale klant: een vrouw die leeft vanuit liefde. Ze houdt van zichzelf en geeft dit ook aan de wereld. Doordat ze van zichzelf houdt, kiest ze kleding in vormen en kleuren die haar in haar waarde zetten. Op basis van deze insteek ontwerpt hij een collectie. Het stuk illusie zit hem in het gebrek aan connectie met de realiteit. De verbeelding en het verhaal hierboven omschreven spreekt me aan, maar dat wil daarom niet zeggen dat ik bepaalde zaken ga dragen. 


Als mode industrie hebben we jouw verbeelding over jezelf nodig. Zo kan jij kleding dragen die je laat zijn. Zo kan ik horen wat jij zegt en zal ik mijn best doen om mijn mond te houden.


Suitably yours,

Annelies 



konijnen aaien.

Iemand vertelde me dat ze vroeger konijnen gebruikten als servetten. Aan de poot van de tafel was een konijn gebonden met een touw. Daaraan kon je het eten en de plakkerigheid van het eten aan het konijn afvegen. Ik vroeg me af in hoeverre de vacht van een konijn vettigheid opneemt. Ik ben geen dierenknuffelaar, dus ik weet hoe bont voelt. 


Wol, en zo ook het haar van konijnen, is een vrij vettige; niet om vuil af te stoten. Anders zouden ze in de natuur rondlopen en van alles zou in hun vacht verstrengeld raken; door de vettigheid is het moeilijker om te hechten. Dus dat leek mij het eerste vraagteken bij deze stelling. Vervolgens lijkt het me dat servetten gemaakt werden van overschotten van lakens of kleding, waar niets anders meer mee te doen was. 


Het hergebruiken en herwerken van kleding is iets wat men al altijd deed, tot het goedkoper werd om iets nieuw te maken. Een stof maken is arbeidsintensief en zo is de prijs daar ook naar, dus men gebruikte de stoffen zo lang mogelijk. Eerst is iets een tafel laken, vervolgens wordt het een beddenlaken. Of we kunnen van een onderhemd andere onderkleding en kinderkleding maken. Daarna eindigen het meestal als zakdoeken, servetten en andere kleine stukjes stof. 


Of het verhaal van de konijnen nu waar is of niet, geen idee. Het concept van stof opgebruiken wil ik hier even uit de doeken doen. Ik werk met prijzige stoffen. De aankoop van de stoffen is hoger dan wat de meeste mensen uitgeven aan een kledingstuk. Ik kies voor die stoffen omwille van de kwaliteit. Ik beloof je dat je de kleding tien jaar kan dragen, dan moet de stof wel wat kunnen verdragen. De stoffen zijn zo dicht mogelijk bij mij gemaakt. Het linnen waar ik mee werk is Belgisch, dat is de enige stof die hier gemaakt wordt. Ik wil het vakmanschap van kwalitatieve stoffen maken behouden. Dit gaat over hoe de draad gemaakt wordt tot hoe de stof geverfd wordt. En voor dat vakmanschap betaal je mensen correct. 


In mijn vuilbak vind je enkel kleine pietluttige stukjes waar ik niets meer kan mee doen. In de eerste instantie maak ik een kledingstuk uit de stof. Dan blijven er nog min of meer grote stukken over. Als dat voldoende is voor een kledingstuk, dan ga ik het daarvoor gebruiken. Als dit niet voldoende is bekijk is wat de opties zijn. Kan ik deze stof voor zakken, voering of ander binnenwerk gebruiken? Ik laat de kwaliteit en de waarde van de stof zo optimaal mogelijk zijn. 


Dit maakt dat ik een stock heb van waardevolle, nog te definiëren, functie van stoffen. Af en toe ga ik daar eens door en dan blijft de stapel die naar het tweedehands circuit gaat toch ook nog altijd even liggen. En merk ik dat ik net dan die stof met die eigenschappen nodig had. 


Soms word ik gecontacteerd met de vraag naar stofresten. Ik vertel hen dan over de resten die ik heb: de zaken die ik naar het tweedehands circuit zou doen. Stoffen die niet de kwaliteit hebben die ik dacht dat ze zouden hebben, stoffen die ik kocht voor een project maar waarvan de kleuren niet in mijn verhaal zitten. Meestal is het de eerste omschrijving die hun interesse al in het water doet vallen. 


Ik begrijp dat iemand naar mij belt met de vraag om stoffen en dat je hoopt op de kwaliteit waar ik voor sta. Maar hopen dat ik je die gratis ga geven vind ik een beetje raar. Omdat hun concept met veel enthousiasme uit de doeken gedaan, is dat ze zoals vroeger stoffen willen hergebruiken. Ik denk dan tof, dit is ook hoe ik het zie, fijn dat er nog zijn die op die manier werken. 


Maar meestal merk ik dat ze op zoek zijn naar grote hoeveelheden hoogwaardig materiaal. Als ik dat zoek, dan investeer ik daarin. Die inverstering laat ik renderen, door er zoveel mogelijk uit te halen. Begrijp ik het verkeerd of vragen zij me, gratis of voor een klein prijsje, waar ik voor kies om niet in te investeren? 


Stoffen aankopen die meer kosten dan de meeste mensen aan een kledingstuk zelf willen geven is een keuze, een investering, een visie. Alles uit die investering halen is een logische menselijke redenering. Dit was en is voor mij een verhaal van stapje voor stapje opbouwen. Net als het klantenbestand dat volgt. Is mijn indruk fout dat sommige mensen het resultaat willen zonder de investering?


Bij die inverstering hoort ook het feit dat ik faal. Ik koop stoffen die niet blijken aan te slaan en omgekeerd. Dat hoort erbij en daar leer ik veel uit: wat zijn stoffen die de moeite waard zijn om in te investeren en welke niet? Of ik leer nog meer over kwaliteit en welke stoffen ik goed en graag kan mee werken. De aankopen die het niet maken, of waar ik een andere invulling aan geef, zie ik dan als leergeld.  


Ik begeleid anderen met passie, maar er zijn ook stukken van je pad die je zelf moet wandelen. En dan lijkt de begeleiding eerder afstandelijk, maar weten waar je niet graag mee werkt is net zo belangrijk om te vinden waar je wel graag mee werkt. Een pad is gemaakt door het te bewandelen. Wat je daar kan laten zien en laten zijn is zo waardevol dat ik je dat nooit ga ontnemen. Dus laten we met vettige handen konijnen gaan aaien. 


Suitably yours,

Annelies 



Verandering is vaak de stimulatie tot een ander ding

Je las al eerder dat ik het woord ‘verandering’ aan het uitpluizen ben. De feiten zijn hoe ze zijn. We consumeren te veel en dat is voor heel weinig mensen goed; niet voor de makers, de medewerkers en zelfs niet voor de consumenten. We weten allebei voor wie zijn portefeuille dit wél goed is. 


De manier waarop je naar iets kijkt maakt dat je er zo naar handelt en blijft kijken. Je zou kunnen kijken naar het maatschappelijke probleem dat ik hierboven omschrijf als een economische probleem. We kopen te veel, we maken teveel, we willen teveel, we geloven dat we zoveel willen, en zo verder. Een puzzel bestaat uit veel stukken, dus dit probleem ook. Wat als het voorop plaatsen van ratio ook deel is van het systeem waar we nu in zitten. 


Als maatschappij hebben we gekozen om te investeren in het denken. Dit heeft ons op vele gebieden enorm verder gebracht. Uitvindingen zijn gedachten in realiteit gebracht. Vaak start een uitvinding met een idee; een bedacht iets waar iemand een oplossing voor bedenkt. Door anders naar de realiteit te kijken of door deze niet als vaststaand te zien. Door evidente dingen in vraag te stellen, ontstaan er nieuwe dingen. 


En zo namen wij als maatschappij het idee over dat verandering de stimulatie is tot een ander ding. Als iets niet naar je zin is of je denkt dat het beter anders kan, dan verander je het. Je plaats een andere stoel als de eerste niet goed ziet. Je verandert van systeem als het systeem niet doet wat jij ervan verlangt. Dit gaat over kleine dingen in het huis, tot je werk, je relaties en gedachten. We vervangen het deel wat ons niet zint met iets anders. 


Ik heb lang gezocht en ben nog steeds aan het puzzelen met wat mijn werk is. Ik kan daar rationeel naar kijken: waar word ik voor betaald? Zo deed ik een job waar ik betaald werd om iets te doen wat wellicht in de lijn van mijn waarden zou liggen, maar wat het niet deed. Dus veranderde ik, in de zin dat ik een ander ding zocht. Ik deed een andere job. Maar na een paar keer veranderen merkte ik dat het veranderen me niet bracht waarop ik hoopte. 


Ik hoopte menselijk met mensen om te gaan in de context van kleding, dus ik zocht opdrachten en plaatsen die dit als waarden hadden. Ik dacht dat je dit kon lezen op hun website en in hun visie tekst. De realiteit leerde me dat de waarheid zit in hoe iemand handelt. Weinigen zullen zeggen dat ze anderen als dingen zien en die inzetten als pionnen voor hun ideëen en utopieën. De realiteit liet me dit vaak wel inzien. Ik probeerde hen daarop te wijzen, maar dat paste niet in hun idee. 


Flexibel zoek ik naar contexten waarvan ik ervaar dat we menselijk met mensen omgaan in een kledingcontext. De dingen die ik blijf doen als gevolg van die zoektocht zijn: les, groepssessie en groepsgesprekken, individuele begeleiding en gesprekken, ideeën via geschreven woord uiten, kleding op maat aanbieden. Ik kijk nu naar deze lijst en vraag me af waarom ik dat doe. Het voelt menselijk en ik kan verder groeien en ontwikkelen in het menselijke zijn met mensen in een kledingcontext. 


Iedere sessie, werk moment is anders. Dus het vraagt iedere keer van me: hoe wil ik hier menselijk zijn met mensen in een kledingcontext? Wat zijn de elementen en hoe ligt de puzzel in deze groep of op dit moment? In een les is de focus anders dan als bij een klant die geen kleermaker wil worden; maar een kledingstuk komt bestellen. In beide gevallen heb ik het over stoffen, vormen, kleuren en verhaal. In beide gevallen wil ik hen zichzelf laten zien en laten zijn. Via de voornoemde elementen. Nooit komt het in me op om tegen iemand te zeggen: wacht dit gaan we totaal anders doen.


Vertrekkende bij de persoon voor me ga ik via het menselijk contact in de context van kleding, de ruimte maken om jezelf te laten zien en te laten zijn. Dit creëert een proces van groei en ontwikkeling. Ik creëer tijd waarin de ander kan ontdekken wat de kleuren, vormen, materialen en verhalen zijn, die er voor hem bestaan in de kledingcontext. Vandaaruit gaan we samen aan de slag. Nooit met het doel om dat te veranderen, maar door een ander ding. 


Om dit te laten zien en te laten zijn. 


Zou het dan kunnen dat de verandering waar we als maatschappij zo op hopen en naar verlangen compleet de boot missen is? Ik had de neiging om te schrijven dat het verkeerd is, maar dan suggereer of stimuleer ik het andere ding-concept. Wat als we dit maatschappelijke probleem eens op menselijk niveau bekijken, menselijk met mensen. 


Suitably yours,

Annelies 



Kopiëren

Kopiëren. Ik deed net even ctrl+c met het woord kopiëren. Ik vroeg me onlangs af: waar ben ik nu echt goed in? Daarmee bedoel ik het allerbeste. Dit komt uit een business boek, dat zegt: ‘doe waar je de allerbeste in bent, focus op je passie en doe wat je economische motor laat draaien’, naar Jim Collins. Al lachend met mezelf kwam ik op gekopieerd worden


Wat ik doe in deze Kleermakerszit is kennis, onderzoek en wijsheid van anderen delen. Ik deel deze op een persoonlijke manier. Mijn focus is respect voor het werk van anderen, maar ook wat mijn pad is om die informatie te integreren. Ik had dit als kind al. Wanneer ik iets waardevols hoorde, dan deelde ik dat. Omdat ik het zo een inzicht of waardevol vond, was er die noodzaak om het te delen. 


Ik merkte vrij snel dat het effect dat het op mij had, het inspireerde en enthousiasmeerde mij, niet bij de ander merkbaar was. Dus zocht ik naar manieren om uit de doeken te doen waarom deze kennis zo waardevol was. Gaandeweg ontwikkelde ik een manier van delen en communiceren die beter werkte. Door vanuit mezelf te vertellen kan de ander ermee verbinden. Dit kan ik nu zo even eenvoudig schrijven, maar dit is elke keer een zoektocht. 


Ik weet dat het delen van een ervaring de ander het ook kan laten ervaren. Het is de balans zoeken tussen wat deel ik, wetende dat de ander dit dan weet. En ik maak mijn innerlijke wereld breekbaar voor de ander, maar ik kies hier toch voor, zodat anderen mee kunnen ontwikkelen en exploreren.


Via verhalen, persoonlijke ervaringen, word je meegenomen naar een wereld van verbeelding. En door die verbeelding maak je de waardevolle informatie een beetje eigen. Vandaar dat het zo belangrijk is om goed na te denken over wat je leest, kijk en hoort. Je neemt die waarden over. 


Ik neem de tijd om me af te vragen of iets waardevol genoeg is om het met anderen te delen. Als ik twijfel, doe ik het niet. Omdat verhalen de ander beïnvloeden. Ik denk na over hoe ik met anderen omga. Ik probeer elke keer dat ik de ander zijn leven aanraak te richten naar een betere wereld. Ik ben me er ook van bewust dat dit er totaal naast kan zitten en dan denk ik daar ook over na; hoe kan ik hieruit leren? 


Ik vermoed dat dit maakt dat anderen mijn werk, mijn manier van handelen, letterlijk kopiëren. Als de ander me daarvoor bedankt, of naar me verwijst, dan vind ik dat oké. Maar vaak zie ik dit gebeuren, zonder dat de ander dit doet. Dit doet pijn. Het is niet oké om iets van me over te nemen, zonder me daarvoor de credits te geven. 


Ik begrijp het ook wel dat als het lezen van mijn testen als doel heeft jouw verbeelding te laten ontstaan, dat de ander het gevoel heeft dat dit van hem is. Als je in een gesprek met mij de vrijheid krijgt om jouw verbeelding te volgen, dat je denk dat dit totaal van jou is. Maar het is niet fijn dat wat ik deed niet gezien of gewaardeerd werd. Door ernaar te verwijzen, heb ik het gevoel dat ik niet in het luchtledige werk. 


Dit zijn in alle gevallen mensen die ik niet dichtbij me mag laten komen. De moed om deze verhalen en dit werk te doen komt van mensen die zien, waarderen en om me geven, juist omdat ik dit doe. Niet omdat het voor hen van meerwaarde is om dit te kopiëren.  


Misschien is het raar, maar het feit dat je me kopieert toont eigenlijk dat wat ik doe, werkt. Ik laat jou je verbeelding zien en zijn. Ik schrijf dit niet om de groote dankredes of bloemen te krijgen. Het is gewoon wat ik zie als ik in jouw ogen kijk: ik zie jou. Wellicht verwacht ik wat ik zelf probeer te geven: de ander laten zien en laten zijn. En dat is net waar ik goed in ben en iedereen is anders. 


Dit doet me denken aan wat Jordan Peterson schrijft in ‘twaalf regels voor het leven.’ Het is nog niet geheel duidelijk voor me, maar wat ik ervan begrijp is dat Jezus leeft voor het brengen van de waarheid. In de chaos en door dat te doen, verdwijnt te chaos en is hij niet meer nodig (aka dood en herrezen). Ik weet niet goed wat ik met deze informatie moet. Maar ik voel en zie wel een connectie tussen de waarheid brengen. En de ander zichzelf laten zien en laten zijn, zodat hij de waarheid voor zichzelf kan laten zijn en zien. En nu hoor ik het stemmetje eerder het koor. Wie denk jij wel dat je bent. 


Ik kijk uit naar mijn verjaardag, dat mijn jezus levensjaar voorbij is. 


Suitably yours,

Annelies 



Humortest

Er is een concept van Jordan Peterson dat me aan het ontleden zette. Ik ben me aan het informeren over zijn werk door het te lezen en te beluisteren, met name wat ik op YouYube vind. Hij vertelde in een stuk over een voorbeeld, van hoe een groep omgaat met een nieuweling. Via humor test de groep: kunnen we iets met deze persoon?


Ik kon me gelijkaardige situaties inbeelden. Ik was nieuw in een bestaande groep en de eerste gesprekken zijn zo wat luchtige, oppervlakkige en niet echt inhoudelijke gesprekken. Nu twijfel ik of ik ‘ik vond’ of ‘ik vind’ schrijf; dat is een lichte afknapper. Ik apprecieer de moeite die de ander doet om het gesprek aan te gaan, maar ik zou nooit de keuze maken om het oppervlakkig te doen. Ik ga naar de diepte door te luisteren en waarde te geven aan wat de ander zegt. 


Nu zie ik door het verhaal van Peterson, dat die humor een totaal ander doel had. Ik had ten eerste zelden door dat het humor was. En dan zijn het soms nogal rare, ongepaste dingen die een ander zegt, waardoor ik dacht: wauw dat je zo een eerste gesprek aan gaat! Dat duwt mij ver van je af. Een ongepaste veralgemening, een oppervlakkige benadering van iets wat zeker in de context, waarin we verkeren, verfijndheid vraagt. Door zijn uiteenzetting zie ik dat dit twee totaal verschillende strategieën zijn om verbinding te laten ontstaan. 


In zijn uitleg was hij vrij negatief tegenover de persoon die niet begreep dat het humor was, die daardoor geraakt was en zo geen deel van de groep kon uitmaken. Ik kon me geheel in die persoon herkennen. Totaal verbouwereerd dat die groep direct in het begin al zulke dingen zei. Ik vroeg mijzelf af of ik wel met die mensen wil verbinden als die dergelijk gedrag stellen. Nu zie ik dat ik mezelf zo vanaf het begin al buiten de groep stelde. 


Ik herinner me een groep waar ik nog niet eens iedereen had gezien of de namen wist van de mensen die rondom me zaten, omdat jezelf voorstellen hier niet aan de orde was, maar dat de racistische uitspraken in het rond vlogen. Ik weet dat een menselijke samenleving een inspanning is van elk moment en dat zeggen dat iets niet ok is, zeker in een geprivilegieerde positie, noodzakelijk is. Hoe spreek je iemand die je totaal niet ken, zelf zijn naam niet, aan op ongepaste uitspraken. Ik probeer dan in het gesprek mee te stappen en nuance aan te brengen.  Het kader verruimen, mogelijke andere opties voor te stellen, hen wijzen op tegenovergestelde voorbeelden. 


Dat is de serieuze Annelies die kiest om serieus te zijn. Dat is een diepgang bommetje. En nu bekijk ik of dit een soort humor was met als doel: testen of de leden van de groep op mij kunnen rekenen. Nee, je kan niet op me rekenen door je eigen angsten af te schepen met platvloers racisme. Ik vind humor belangrijk en leuk. Ik kan best wel gevat uit de hoek komen, maar dit gaat kilometers over mijn grens. Het is niet grappig. 


Mijn serieuze reactie op de humortest maakt dat ik dus vaak vanaf het begin, dat ik buiten de groep ging staan. En dat de groep dan het gevoel heeft dat ze niet op me kunnen rekenen. Ik ga ook niet achter iemand staan, omdat ik er achter sta. Ik bekijk moment voor moment, gedachte voor gedachte en gedrag per gedrag. Nu begrijp ik ook dat de groep me dan niet het erbij horen en de verbinding gaf, waar ik net als iedereen naar opzoek ben. 


Hoe ik de humortest nu zie: bij een ontmoeting ligt de focus op de fun die de gehele groep kan beleven. Laten we deze nieuwe persoon binnen? Dan moet deze humor bijbrengen om de dagelijkse lastigheid luchtig te houden. Onmiddellijk en snel wordt deze test ingezet. Eenvoudigweg op de eerste reactie beoordelen we je. 


Ik aanvaard dat sociale groepen zo werken, maar ik kan me daar ethisch niet mee verbinden. Nu kan ik het zien als mijn kracht om in mijn eigen waarden en waarheden te staan. Ik kies ervoor om achter mezelf te staan, in plaats van ergens bij horen. Een erbij horen dat gebouwd is op het behouden van wat er is, waarbij de focus ligt op fun. Het moet vooral ook snel gaan en laat het ons niet te moeilijk maken. Net als de modewereld vandaag de dag dus.  


Annelies, jij met al je vragen en gedoe. Nu kan ik dit zien als een keuze. Ik kies ervoor om de anderen niet eenvoudig op een beeld te bekijken. Ik kies ervoor om tijd te investeren om dingen in diepere lagen te zien. Ik zie humor als een uiting van respect en luchtigheid van die diepgang en gelaagdheid. De focus is hier het werkwoord. Kiezen doe je wanneer er opties zijn. Ik kies. Ik kies om bij mijn kracht en mijn waarden te horen. In plaats van elke keer dat de humortest negatief uitdraait voor me, mezelf binnenstebuiten te analyseren. 


Hoe de ander reageert op mij, is zijn zaak. En omgekeerd ook. Ik kies voor mijn waarde, waarheid en wat waar is. En daar kan ik ook heel hard om lachen. Lees de absurditeit van de humortest met mijn serieuze reactie. 


Suitably yours,


Annelies



Normale emoties

Ik deed net een oefening, waarbij ik een brief vanuit een jongere versie van mezelf schreef aan de huidige Annelies. Ik hoorde die inzichtoefeningen van Teal Swan. Je weet dat ik van schrijven houd, van herhaling en vooruit naar vroeger. Die laatste quote is dan weer van Jan Rotmans.


Ik begon aan de brief zonder dat ik er vooraf over na had gedacht. De instructies had ik een paar weken geleden gehoord, die voelden vooral vaag. Ik leefde me in, in een jongere versie van mezelf. Als bij toeval gingen mijn herinneringen naar een Annelies die niet echt bezig was met wat anderen van haar dachten. 


Dit deed me inzien dat ik daar nu wel heel erg mee bezig ben. Meer dan ik eerlijk zou antwoorden, moest je me dat vragen voor ik dit nu inzag. Het was bijna of in die tijd alles qua erbij horen vanzelf ging. Ik deed toen veel in groepsverband: ik zat in een klas, de hobby's die ik deed, de vrienden uit de buurt. Alhoewel ik, terwijl ik dit schrijf toch heel kritisch naar mezelf kijk, was dit echt zo. 


Ik was deel van die klas, omdat ik in die klas zet. Dat maakte niet dat dit mijn beste vrienden waren, maar ik had wel het vertrouwen om kritisch te kunnen zijn als ik vond dat iets niet correct was, als iets niet helemaal duidelijk was of om te proberen en te testen. Het is dat gevoel, van vertrouwen in de groep en de omgeving, om de vrijheid te hebben om te proberen, dat nu frappant voor me blijkt te zijn. 


Ik moet toegeven dat ik nu het oordeel van de ander in de weegschaal leg, wat ik in die tijd - naar mijn inleven nu - niet deed. Niet dat ik steun had van mijn omgeving. Het idee dat ik de dag erna nog in dezelfde klas zat, maakte dat ik de dag erna opnieuw kon proberen. De zekerheid, omdat het zo was.


De boeiende dynamiek van openstaan voor de ander. Er is een conflict tussen mij en een ander ontstaan. Ik kies er meestal voor om de eerste emotie alleen te doorstaan of met iemand die dichtbij me staat. Zoals ik schreef in de kleermakerszit ‘opdagen’, komt daaruit een dieper inzicht in mijn waarden. Met dit inzicht in mijn achterhoofd ga ik open naar de ander toe. In het geval waar ik nu aan denk, stond de ander totaal niet open en dat deed hij door contact met me te mijden. Ik ben open en nieuwsgierig, dus ik denk: ah, dat is ook een manier om met dingen om te gaan. Wat kan ik hiervan leren? Zo leer ik het gedrag van contact mijden.  


Als ik nu terugga naar de jongere Annelies en een gelijkaardig moment zoek. Het kon me ergens wel een beetje schelen als een leerkracht minder over me dacht, maar die deed de volgende dag gewoon weer gewoon. Ik moet er ook bij stellen, dat ik zelden iets deed wat niet oké was. Het gaat over een fout antwoord geven op een vraag, mijn mening geven als ik het niet eens was met een stelling, durven vragen om feedback of meer uitleg als ik daar nood aan had. Ik kan me geen moment herinneren dat de gehele groep zwart-wit tegenover me stond en dit heel duidelijk maakte. 


Vanaf het moment dat ik een jaar ouder was kan ik me wel degelijk momenten indenken. Wellicht is dat ook de leeftijd dat de mening van de ander waarde krijgt in het bij de groep horen. Er dat de vraag ‘wat is er mis met mij, waardoor ik geen liefde en erbij verdien?’, in me sloop.   


Mijn hypothese nu is dat mijn openstaan, me de vraag deed overnemen. Ik lees net het volgende van Susan David, vrij vertaald: wanneer normale emoties opzij duwen om valse positiviteit te omarmen, verliezen we de capaciteit de skills te ontwikkelen om te kunnen functioneren in deze wereld zoals die is, niet zoals we zouden willen dat die is. 


Door gewoon positief verder te gaan, zoals ik ervaarde bij de jongere Annelies, of door de emoties opzij te duwen door het gesprek niet aan te gaan, leerde ik niet de skills die nodig zijn om in deze wereld te functioneren. Ik ben volledig verantwoordelijk voor hoe ik nu functioneer. 


Maar zo ben jij dat ook. Er was in kledingmomenten geen tijd voor de normale emoties. Wie heeft er een gesprek in de kledingwinkel over het feit dat het lastig is dat die broek niet past. Nee, met veel positiviteit brengt de verkoper een andere maat of ander model, dat je zeker wel gaat staan. Voor de spiegel gaat deze dat dan ook nog eens mooi uit de doeken doen, maar zo leerde jij niet naar je lichaam te kijken zoals het is. En de skills om het te kleden, zoals het jou emoties zou dienen krijg je op deze manier ook niet.


Dus zomaar van mezelf, jezelf of de ander verwachten dat we kunnen uitspreken waar we nood aan hebben, vragen om de steun die we nodig hebben en opkomen voor onszelf is niet evident. We hebben een wereld gemaakt waar weinig ruimte is voor de normale emoties en zo leerden we die skills niet. Ik ga nog bewuster ruimte maken voor emoties, voor mezelf en de mensen rondom me. 


Suitably yours,

Annelies



tailormade by hand.png